Avondmaalsviering

Voorafgaande aan de dienst staat iedereen die een bijzondere bijdrage aan de dienst levert op het scherm. De voorganger is ds. Wytze Andela, de organist Henk Kremer, van het beamteam is Joop te Paske aanwezig en koster Ger-Jan Voerman is de gastheer. De kerkzaal raakt aardig bezet. In de ‘Brief voor de zondag’ op de website van Kerkvenster.nl staat een bijzondere mededeling die in twee berichten op de website wordt toegelicht. Marcel Driessen, de ouderling die de kerkgangers namens de kerkenraad welkom heet, leest de mededeling. ‘Afgelopen dinsdagavond heeft de algemene kerkenraad van de Protestantse Gemeente Amsterdam het besluit genomen om een beroep uit te brengen op ds. Klaas de Lange in de functie van pionier voor het project pionieren rondom de bestaande kernen in de wijk Amsterdam Nieuw-West. Na een intensief proces van overleg en verkenning is er wederzijds vertrouwen en ds. Klaas de Lange heeft aangegeven dat hij dit beroep zal aannemen’. Er ontstaat enig geroezemoes maar veel tijd daarvoor is er niet, de dominee kondigt het aanvangslied, psalm 27:7 aan. Na stil gebed en bemoediging en groet worden vier verzen van lied 791 gezongen, een zingend gebed voor de nood van de wereld. Na het gebed om Gods nabijheid komen de kinderen naar voren, de kaars wordt aangestoken en met twee leidsters gaan negentien kinderen naar de nevendienst. Lied 344 wordt gezongen. Ter inleiding op de Schriftlezing zegt de dominee dat het lied dat we zongen de kern samenvat, net zoals nu een tekst zal worden gelezen die de kern van het geloof verwoordt. Het komt uit het verhaal over Lazarus, de beste vriend van Jezus. Lazarus is gestorven en Jezus zegt in Johannes 11:25 ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die in mij gelooft zal nooit sterven’. De dominee weet niet meer wanneer het was maar las een gedicht in Aalten Vooruit en heeft dat uitgeknipt. Misschien heeft een van u dat geschreven. Het gaat over afscheid, het loslaten van een geliefde. Het gedicht is geschreven in het Achterhoeks. In het Nederlands komen daarin de volgende woorden voor: ‘De dingen gaan zoals ze gaan, mensen worden uit elkaar gescheurd. Dingen gebeuren ook al wil je dat ze niet gebeuren. Ook al lees je het boek terug, de dingen keren niet weer’. Wat me trof is moeilijk onder woorden te brengen. Achter de woorden klinkt het onherroepelijke, wat voorbij is komt niet terug. Dat klinkt vooral door in de woorden ‘als je het boek terugleest’. Het is nooit meer zoals het was, ondertussen gaat het leven verder. Over het boek van het leven gaat het hier. Daarin gebeurt veel, ook in ons leven. In het boek dat voor ons ligt, de Bijbel, gebeurt ook veel. Daarin staat het verhaal van Lazarus, een vriend van Jezus, die overlijdt. Als je een vriend verliest wordt je geraakt in je ziel. Wat is dat, de ziel? Waarom is het zo heftig als je geraakt wordt in je ziel? Een ziel kun je niet zien, niet in je handen houden. Soms hebben mensen hun ziel niet meer, ze hebben hun ziel en zaligheid verloren. Dan is het niet best met hen gesteld. Ziel wil zeggen dat er meer is dan de wereld om je heen, dan je eigen lichaam. De ziel is de plek waar iemand zijn diepste gedachten bewaart. Alles wat in je hart zit, zit ook in je ziel. Als jonge dominee leidde ik eens een begrafenis van een vrouw die jong stierf. Zij had drie kinderen en was al vroeg weduwe geworden. Toen werd ze, 32 jaar oud, ziek. Ze vertelde dat ze elke dag God bad om haar taak te vervullen. Dat moet ik doen want dat zegt de stem van mijn hart, de stem van binnen. Ze stierf in vrede. Ze luisterde naar haar ziel, dat was niet gemakkelijk. Er is zoveel om je heen, zoveel mensen die tegen je praten. Je moet dit en dat doen, de stem uit je ziel wordt zomaar weggedrukt. Wat gebeurt er als je je ziel niet meer hoort? Dan verlies je jezelf. En dan verlies je ook God. Dan verlies je ziel en zaligheid. Als je luistert naar een ander dan verlies je God. Als je luistert naar je ziel dan luister je naar God. God die woont in je ziel. Dat hebben ook de mystieke kerkvaders ons voorgehouden. Ze zochten de stilte op. Ook Jezus zoekt de stilte, 40 dagen in de woestijn. Om te ontdekken waar het op aankomt, wat de goede weg is. De ziel is de plek waar het gesprek met God plaatsvindt. De ziel gaat nooit verloren als je hem in handen van God legt. Je voelt: dit is de goede weg. De ziel is ook de plek waar het leven sterker is dan de dood. Geraakt door de dood van Lazarus spreekt Jezus de woorden: ‘Ik ben de opstanding en het leven …’ Wie Zijn stem hoort zal leven. Dan ben je geborgen in Gods hand. Ik begon met het gedicht en het boek van het leven. Als we ons leven overzien dan weten we wat het belangrijkste is. In het Avondmaal belijden we dat er opstanding en leven is, dat er toekomst is voor u en voor mij. Na het amen worden drie verzen van lied 905 gezongen, er is een afkondiging van de kerkelijke bevestiging van twee voorgenomen huwelijken en van drie overleden gemeenteleden. Na de dank- en voorbeden wordt gecollecteerd, de kinderen komen terug van de nevendienst en tot slot komt een diaken met drie kinderen binnen. De viering van het avondmaal begint, het feest van de toekomst, geloof, hoop en liefde. Twee kinderen dragen een schaal met brood en een kind draagt een beker wijn. Voorafgaande aan de viering van het avondmaal leest de dominee een zeer korte inleiding, het tafelgebed is een lied uit het nieuwe liedboek en ook de woorden die worden uitgesproken bij het breken van het brood en het schenken van de wijn zijn kort. ‘Dit brood, het lichaam van Christus, is gebroken voor u’ en ; ‘Deze beker is gemeenschap met het lichaam van Christus. Het bloed van Christus is vergoten voor u’. Dan loopt de dominee met een schaal brood en een ouderling met een beker wijn naar een echtpaar, waarvan de vrouw slecht ter been is, op de voorste rij en brood en wijn wordt uitgedeeld waarna een lopende viering volgt. Ons slotlied is lied 315, de dominee loopt de kansel op en geeft ons de zegen volgens de tekst van St. Patrick mee.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.