Zo mistig als het buiten is, zo helder is het binnen. Toen de hervormden en gereformeerden in Neede zich verenigden is het gereformeerde kerkgebouw afgestoten en het interieur van de Grote Kerk op de schop genomen. Het resultaat mag er zijn: een mooi liturgisch centrum voorin de kerk, twee vakken met goed zittende stoelen, een breed gangpad in het midden, nieuwe lichtgekleurde plavuizen en witgeschilderde muren. Vanmorgen vindt hier de verbintenis en bevestiging van ds. Marieke Andela-Hofstede tot predikant van de Protestantse gemeente te Neede plaats. Greet en ik zijn uit Aalten niet de enigen die gekomen zijn om deze dienst bij te wonen, een aanzienlijk aantal Aaltenaren is naar hier afgereisd. De inrichting nodigt uit tot onderling contact, gesprekken voorafgaande aan de dienst. Er is flink wat geroezemoes tot om tien uur de dienst begint. De orde van dienst is dan te zien geweest op twee plekken op de witte muur voorin de kerk, links en rechts van het kruis in een nis in het midden. De voorgangers zijn ds. Jet Lieftink-Buijs en ds. Marieke Andela-Hofstede. Ook andere namen zijn te zien waaronder die van een lectrix.
De ouderling van dienst, en voorzitter van de kerkenraad, neemt na het zingen van de verzen 1 en 5 van lied 287 het woord om de afkondigingen te lezen. ‘Goedemorgen’, zegt hij. Dat wordt direct beantwoord met ‘goedemorgen’ gezegd door de kerkgangers. Er zijn zieken die bloemen gebracht krijgen. Hier gaat dat als volgt: ‘Wie wil ze brengen naar …?’ Drie verschillende namen worden genoemd, drie verschillende vingers gaan omhoog. De kerkgangers gaan staan en ds. Lieftink spreekt bemoediging en groet uit, waarna staande de verzen 1 en 8 van Psalm 139 worden gezongen. Na het uitspreken van een gebed en het zingen van lied 305 wordt ds. Andela-Hofstede gevraagd in het liturgisch centrum te komen. Ds. Lieftink herinnert eraan dat zij haar wederhelft is gevolgd. Onlangs waren ze 35 jaar predikant, behalve een paar jaar, altijd samen in een gemeente. We lijken op elkaar: stille krachten zijn we en allebei hebben we iets van Martha. We kunnen elkaar stimuleren om iets van Maria te laten zien. Dan leest ds. Lieftink de tekst ter bevestiging die begint met: “Wij zijn de eersten niet die in geloof de weg van de belofte trachten te gaan, want vele getuigen gingen ons al voor. Tussen hoop en vrees gingen ook zij op weg naar het land van belofte, naar een leven en samenleven in recht en gerechtigheid, in waarheid en vrede, op Gods aarde onder zijn hemel…” Op de vraag om te beloven het ambt waardig en trouw te bedienen met liefde voor de gemeente klinkt een krachtig uitgesproken: ‘Ja, dat beloof ik’. Van lied 794 worden de verzen 1 en 2 gezongen waarna aan de gemeente gevraagd wordt om ds. Andela-Hofstede als herder en leraar te aanvaarden. Van lied 864 wordt vers 5 gezongen.
Ds. Andela-Hofstede spreekt het gebed om de leiding van de Geest uit en laat de verzen 1 t/m 5 van lied 695 zingen, een lied dat onder meer uitzicht geeft op een leven dat mooi is en goed. Er komen acht kinderen naar voren. ‘Fijn dat jullie er zijn, fijn dat ik bij jullie mag horen, samen met ds. Jet en ds. Wytze.’ Dan vraagt de dominee of de kinderen iemand weten die altijd in de kerk is. De eerste die antwoordt is het vergeten. Daarna komen de goede antwoorden: de predikant, de mensen in de kerk, de dominee helpt de kinderen en noemt ook de leiders, Bert en Mathilde, van de kindernevendienst. ‘Waarom doen jullie dat?’, vraagt de dominee. Bert antwoordt met te zeggen dat toen zijn kinderen naar de nevendienst gingen aan hem werd gevraagd om dat te doen. De kinderen nemen een Bijbel mee en een kaars terwijl wordt gezongen: ‘Voor we gaan, steken wij een kaarsje aan. Laat het licht maar stralen over de verhalen’. De lector, Gerda van den Brink, leest Psalm 139:1-14 en Filippenzen 2:5-11. Na het zingen van de verzen 1 en 3 van lied 975 begint dominee Andela-Hofstede aan haar verkondiging.
De tekst om vast te houden is Fil:2:5 ‘Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had’. ‘Gemeente van Jezus Christus, zo mag ik u aanspreken en zo zijn we bij elkaar omdat we de hoop op Zijn toekomst willen vasthouden’, zijn haar eerste woorden. Het is een gebed en een opdracht om ons te spiegelen aan Zijn leven. Het roept bij de dominee beelden op. Zoals hoe Jezus zieken aanraakt, de warmte waarmee Hij met kinderen omgaat, Zijn afkeer van holle woorden. En vooral Zijn vermaning om niet aan de kant te gaan voor wat vandaag op je af komt. In de kerk hoort het te gaan om hoop en toewijding. Het gaat erom dat het kleine tot zijn recht komt, dat het kwetsbare wordt gekoesterd. Het gaat weleens anders. We proberen een gemeente te zijn die aantrekkelijk is. Het lukt niet altijd om dat waar te maken, we zijn mensen die het proberen. Als het mislukt mogen we het opnieuw proberen. Even terug naar de tekst. De dominee vertelt over haar leermeester die de kerk vergeleek met een koor. De kerk is een koor dat in de wereld staat te zingen. Dat altijd hoorbaar moet blijven. Een koor is meerstemmig en ook in de kerk moet je leren omgaan met meerstemmigheid. De klank zal ook weleens zacht moeten zijn, op zoek naar echtheid en puurheid. Een tijdje geleden was de dominee hier ook. Iemand zei tegen haar: ‘Als je alleen toeschouwer bent, raak je gauw uitgekeken op de kerk’. Als je betrokken bent, ontdek je nieuwe dingen. ‘Ik ben blij dat ik met jullie mee mag doen. Dat we elkaar gegeven zijn tot kleur en samenklank’. (Sterk verkorte samenvatting van de verkondiging).
Na het amen van de preek worden de verzen 1,3 en 4 van lied 657 gezongen. Dan volgt een mededeling van overlijden die staande wordt aangehoord. Terwijl de gemeente blijft staan schrijft de dominee de naam van de overledene bij op het register van overlijden in het liturgisch centrum en steekt een kaars aan. Hierna wordt vers 2 van lied 657 gezongen. ‘Voorin de kerk staat een mandje waarin een verzoek om een voorbede kan worden gelegd. Vandaag is voorbede gevraagd voor iemand die een zwaar ongeluk heeft gehad en opnieuw in het ziekenhuis is opgenomen. De gebeden worden uitgesproken door de beide voorgangers. Elke bede wordt door de gemeente beantwoordt met het zingen van lied 256. De kinderen komen weer binnen, ze hebben een bos bloemen voor ds. Andela-Hofstede meegenomen met daarop enkele goede wensen. Tijdens de twee collectes klinkt er orgel- en hoornmuziek, beloond met applaus. De verzen 1,2, en 3 van lied 418 worden als slotzang gezongen. Na de zegen zingt de gemeente drie keer Amen.
De kerkgangers zijn weer gaan zitten en de voorzitter van de kerkenraad, de heer Roelof Reinders, spreekt een woord van welkom. Een jaar geleden opperde ds. Wytze Andela dat Marieke ook wel in Neede werkzaam wilde zijn. De Stichting Diekgraven was net opgeheven en daarbij kwam geld vrij dat aan het pastoraat moest worden besteed. Alle betrokkenen gingen akkoord en toen aan de gemeente ds. Marieke Andela werd voorgesteld klonk er luid applaus. De voorzitter vond het afscheid in Aalten hartverwarmend. Een woord sprong eruit: verbondenheid. We hopen dat je vanuit Gods woord op een inspirerende wijze in onze gemeente werkzaam moge zijn. Moge je tot zegen zijn en zo willen we je Gods zegen toebidden. Weet dat je een geliefd kind van God bent. Lied 416 wordt gezongen. De voorzitter memoreert dat op 11 oktober jl. de Andela’s 35 jaar predikant waren. Eest in Winsum/Oosterend in Friesland, dan in Bergum, Renkum, Aalten en nu in Neede. De voorzitter heeft een cadeau voor de beide Andela’s: het insigne in goud van de PKN. Dat wordt hen opgespeld en ze krijgen een oorkonde. De voorzitter van het college van kerkrentmeesters heeft ook nog een cadeautje. Twee kerkrentmeesters komen met twee pakketten naar voren. Die moeten worden uitgepakt. In de een zit een kaarsenstaander, uit het andere komt een lange kaars. De voorzitter van de kerkrentmeesters heeft voorzien dat de Andela’s de kaars zo mooi vinden dat ze die kaars niet aansteken. Daarom biedt hij nog een kaars aan, die wat kleiner is.
Ds. Marieke Andela zegt dat ‘we er stil van zijn, er is ons niets verklapt.’ De kaars drukt licht en verbondenheid uit, verbondenheid die nooit ophoudt. Zij denkt aan de mensen uit Aalten en aan de mensen in Neede. Ze bedankt allen die meegewerkt hebben aan deze dienst en noemt ze bij naam. Het logo van PG Neede spreekt haar aan. Een vogel en een vis. De vogel doet haar denken aan vrijheid en de vogel vliegt naar boven, naar de hemel. De vis zwemt in de diepte en staat voor diepgang. Ze hoopt dat we hier samen de lofzang gaande mogen houden.
De dominees van dienst en de ouderling van dienst stellen zich op bij de uitgang. Iedereen feliciteert ds. Andela-Hofstede met de intrede en bevestiging, krijgt van ds. Lieftink goede wensen voor de komende week en geeft ook de ouderling van dienst de hand met een persoonlijk woord. In gebouw Diekgraven is er daarna gelegenheid om een kop koffie te drinken en met elkaar te praten.
Beste Tijme,
Dat doet nog eens goed een mooi verslag te lezen van een levendige protestantse gemeente.
Dank en groet,
Jan