Voorafgaande aan de dienst zegt Greet dat ze voor de eerste keer de viering van de maaltijd van de Heer in de Oosterkerk meemaakt. Geldt dat ook voor mij? Ik denk dat ik het weleens eerder hier heb meegemaakt. Maar aan het eind van de dienst twijfel ik. De lange wandeling door de kerk om voorin bij de schaal met brood, rechts van de kansel, en bij de schaal met bekertjes met wijn, links van de kansel, kan ik me niet direct voor de geest halen. Iedereen die deelneemt aan het avondmaal loopt langs deze twee uitgiftepunten voor brood en wijn. Meerdere uitgiftepunten, zoals in de Zuiderkerk en de Oude Helenakerk, zijn er niet en dat zou misschien te maken kunnen hebben met de breedte van de gangpaden. Tot het eind van 2014 waren er gewone kerkdiensten in de Zuiderkerk waaronder avondmaaldiensten, vanaf 1 jan. 2015 worden er in die kerk alleen regenboogdiensten gehouden. Zo is er vanmorgen een kinderdienst in de Zuiderkerk.
Ouderling Ad Doornink verwelkomt de kerkgangers en leest de afkondigingen. De voorganger is ds. Riemer Faber, het orgel wordt bespeeld door Hans te Winkel. Van Psalm 24 worden de verzen 2 en 3 gezongen, waarna votum en groet volgen. De dominee spreekt de kinderen in de kerk aan. Hij legt de betekenis van het Avondmaal uit. God houdt van ons zoals we zijn en wil dat we dicht bij Hem blijven. Dan kijkt de dominee de kerk rond en vraagt wie de kaars mee wil nemen naar de nevendienst. Het is niet duidelijk of er een vinger wordt opgestoken, de dominee zegt dat hij er wel een vindt ‘anders moet de ouderling van dienst de kaars meenemen’. Onder het zingen van lied 288 gaan 6 kinderen naar een andere zaal in de kerk. De dominee leest Lucas 19:1-10, het verhaal over Zacheüs die in de boom klimt om Jezus te zien. Na het zingen van lied 531 vers 1 begint de dominee aan zijn overdenking met als tekst vers 5: “Toen Jezus daar langskwam, keek Hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven”.
Afgelopen maandag was het Hervormingsdag, de dag waarop Luther zijn 95 stellingen op de deur van de slotkapel van Wittenberg sloeg. Het waren stellingen tegen de aflaathandel van Tetzel. De aflaatbrief was een kwijtschelding van schuld en straf. ‘Als het geld in het kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt’. De opbrengst was bestemd voor de bouw van de Sint-Pieter te Rome. Luther kwam hiertegen in verzet. De aflaat was een vrijbrief voor een zondig leven. Er waren toen nog geen kranten en Luther sloeg zijn stellingen aan de deur van de kerk. De dag waarop, 31 oktober, was bewust gekozen. Op 1 november is het Allerheiligen en dan gingen veel mensen naar de kerk. Het was het begin van een beweging en daaruit ontstonden de Protestantse kerken. Het is vandaag 500 jaar geleden dat het gebeurde. Het gelezen Bijbelgedeelte past er goed bij.
Zacheüs was een hoofdtollenaar en een kind van Abraham, een Jood. Omdat Jericho op de route lag van handelsstromen was hij rijk geworden door de heffingen op de handelswaar. Maar hij was er ook arm door geworden, hij was zijn vrienden kwijtgeraakt. Hij was het meest arm omdat hij wist dat wat hij deed niet klopte. Hij had ervoor gekozen maar zijn slecht geweten begon hem op te breken, hij durfde zich nog nauwelijks op straat te laten zien. Als Jezus in Jericho komt verbergt hij zich in het blad van de vijgenboom. Hij was dan wel klein van gestalte maar hij verborg zich ook om niet gezien te worden. Zacheüs wilde graag Jezus zien zonder zelf gezien te worden. Dan is het vrijblijvend. Hoe anders loopt het af. Jezus blijft onder de vijgenboom staan en zegt tegen Zacheüs: Vandaag moet ik in je huis zijn. Jezus ziet een mens die verloren dreigt te gaan in zijn wanhoop. Jezus wil hem een echte zoon van Abraham laten zijn.
Het is eigenlijk het verhaal van Luther. De mensen liepen toen rond met enorme schuldgevoelens. Luther ontdekte dat de mensen niet door hun eigen werken maar door de genade van God behouden konden blijven. Dat vieren we ook met het avondmaal. Dat we losgemaakt worden van alles wat ons gevangen houdt. In het licht van de liefde van Jezus ontdekken we dat we zo vaak in liefde tekortschieten. Ons leven kent vaak een gebrek aan vrede en rust.
Zacheüs had het gemaakt. Misschien hebben wij het ook gemaakt. Maar hebben wij het ook gemaakt in Jezus ogen? Of schort er toch wat aan? Jezus is daar waar we erkennen dat het allemaal niet in orde is. Dan kan God binnenkomen met Zijn liefde. Zacheüs moest een nieuw leven beginnen. Hij kan zijn leven behouden als hij zichzelf verliest in Christus. Zijn leven en die van de ander werd erdoor verrijkt. Het is nooit te laat om je door Zijn liefde te laten helen. Zo mogen wij ons laten vinden door de liefde van Christus. Na het amen van de preek wordt lied 840 gezongen. Er is een mededeling van overlijden van drie gemeenteleden waarna de verzen 1 en 2 van lied 972 worden gezongen. Na de dank- en voorbeden wordt de avondmaalcollecte gehouden en na het zingen van de verzen 1,2, en 3 van lied 385 volgt de viering van het Heilig Avondmaal. De tekst van wat gelezen wordt, van de gebeden en van de te zingen liederen staan op de schermen. De dominee breekt het brood, schenkt de wijn, spreekt de woorden die eindigen met ‘tot een volkomen verzoening van al onze zonden’ en geeft brood en wijn aan de zes ambtsdragers, drie links en drie rechts van hem. Dan stelt de dominee zich rechts van de kansel op met een schaal brood – en glutenvrij brood – en links van de kansel staan ambtsdragers met bekertjes wijn en druivensap.
De viering wordt besloten met een dankgebed en als slotlied worden alle verzen van lied 863 gezongen waarna de dominee de kerkgangers de zegen meegeeft.