Voor het eerst bespeelt Harry van Wijk het orgel in de Oude Helenakerk. Hij is de nieuwe cantor-organist en is met zijn vrouw en twee van hun drie kinderen aanwezig in deze dienst waarin ds. Wim Everts de voorganger is. De eerste tonen die hij het orgel laat horen zijn ‘veelbelovend’, zo noteer ik. De liturgie van deze dienst begint met de verzen 1,2 en 3 van Psalm 92, bemoediging en groet, lied 280 de verzen 1,2,3 en 4, het kyriegebed, lied 303 als gloria en het gebed bij de opening van het woord. Er gaan geen kinderen naar de nevendienst, lied 783 wordt wel gezongen. De eerste lezing is uit Jesaja 62:1-5, van lied 176 worden de verzen 1,2 en 3 gezongen. Het is vandaag Kana-zondag, daarom wordt Johannes 2:1-11 gezongen, de bruiloft te Kana. De lezingen worden afgesloten met het zingen van een lied uit de Lutherse traditie, lied 339F.
In de Bijbel is de bruiloft het beeld van het leven zoals dat bedoeld is. God heeft de mens voor het geluk geschapen. Johannes vertelt over een bruiloft. Daarin staat de blijdschap en geluk voorop. Ook in de profetie van Jesaja komt een bruiloft voor. Er zal eens een eind komen aan de ballingschap. Zoals een bruid en een bruidegom zich over elkaar verheugen, zo zal God zich over zijn volk verheugen. In Kana wordt een bruiloft gevierd, er klinkt muziek. Dan wordt het stil, er wordt gefluisterd. Er is geen wijn meer. Wijn staat voor het goede leven. In de Psalmen staat dat wijn het mensenhart verheugt (Psalm 104:15). As bij het feest de wijn op is, is de glans eraf. Het is ook symbool voor wat er in de wereld gebeurt. Daar waar de wijn op is, is er geen vreugde meer. Dan is er oorlog en geweld. Ook in ons eigen leven kan de wijn op zijn. Bij ziekte en tegenslag. De dominee noemt het verongelukken van Marieke van Dalen, de 25jarige dochter van Hans en Joke van Dalen, een vorige predikant van onze gemeente. Het verdriet dat dan in je leven komt, je praat er een leven lang over. De wijn is op geraakt. Er kan zoveel in ons leven gebeuren waardoor het zijn glans verliest. Ook in een huwelijk kan de liefde verschralen.
Tijdens de bruiloft in Kana wordt er gezegd: ‘De wijn is op.’ Er klinkt een verzoek in door. Maar jezus antwoordt met: ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Toch zal Hij een teken geven. Hij zag zes watervaten staan. Zes, voor elke dag van het feest een. De bedienden hoeven alleen maar water te scheppen. ‘Vul de vaten met water.’ Dat betekent dat ondanks alles je verder moet gaan. Doorgaan met de dingen die je moet doen. Ook het kerkenwerk. Volgende week begint de actie Kerkbalans. Kerkenwerk is water scheppen. Op bezoek gaan bij zieken, het gesprek aangaan met jonge mensen over wat het geloof voor je leven betekent. Het gaat om administratieve taken, om koffie schenken, nadenken over de toekomst van de kerk en beleid maken. Ook muziek maken is belangrijk, dat is vooruitgrijpen op het komend feest van God. Soms verandert water in wijn. Een gesprek kan zomaar de diepte ingaan, een lied datje raakt. Een ontmoeting waarin eenzaamheid plaats maakt voor echte gemeenschap. In Kana kan het feest toch doorgaan, er is wijn in overvloed. Het is een teken dat verwijst naar Jezus zelf. Het gaat niet om scheikundig bewijs dat water verandert in wijn (de dominee noemt de scheikundige formules).
Het gaat ten diepste om Jezus die gekomen is om blijdschap en geluk te brengen. Verderop in het Evangelie zien we dat. Jezus bezoekt de armen, de zieken, de bedroefden, etc. Hij geeft de mensen nieuwe hoop en moed. In Zijn leven wordt Gods nabijheid zichtbaar, toont God Zijn grootheid. In de Griekse grondtekst staat doxa. Dat heeft een ruimere betekenis. Iets dat straalt. Gods licht zie je door Jezus stralen. In Hem laat God zich zien als betrokken op ons leven. We weten van de weerbarstigheid en kwetsbaarheid van ons leven. God draagt ons er doorheen, God weet een weg. Niet voor het ongeluk en het verdriet, maar voor blijdschap en geluk zijn we bestemd.
Na het amen van de preek wordt lied 791 in wisselzang gezongen. Er is een afkondiging van overlijden van drie gemeenteleden en van Marieke van Dalen waarna van lied 512 de verzen 1,5 en 7 worden gezongen. De dank- en voorbeden worden beantwoord met het zingen van lied 368J. De dominee vraagt de kerkgangers na de zegenbede weer te gaan zitten. Harry van Wijk zal de tweede sonate van Mendelssohn spelen en Thea Lensink zal de nieuwe organist toespreken. Na de collecte wordt lied 103C in wisselzang gezongen en na de zegenbede speelt Harry van Wijk de aangekondigde sonate. ‘Hij heeft het stof uit het orgel geblazen’, zegt later iemand in Elim tegen mij.
De organist komt met zijn vrouw Judith en twee van hun drie kinderen in het liturgisch centrum staan. Thea Lensink vertelt dat ze als ouderling-kerkrentmeester deel uitmaakte van de sollicitatiecommissie. Na de plaatsing van de advertentie belde Harry. Dat was in de zomer van het afgelopen jaar. Het was een open en eerlijk gesprek. Samen met Gerard Wesselink en ds. Wim Everts zijn gesprekken gevoerd en is het tot benoeming gekomen. Thea heet hem namens de hele gemeente welkom en hoopt dat hij zich snel thuis zal voelen. Daarna krijgt Harry het woord. Hij zegt dank voor de goede wensen en onderschrijft de plezierige contacten. Hij zal hier twee keer per maand zijn, in dit prachtig gebouw met prachtig orgel en prachtige cantorij. In Elim kan een kopje koffie worden gedronken en de nieuwe organist de hand worden gedrukt. We doen dat ook even. Harry van Wijk blijft met zijn gezin in Amersfoort wonen. Vanmorgen heeft hij er precies een uur over gedaan om in Aalten te komen. Er zal wel weinig verkeer zijn geweest.