Tegenover de luifel boven het pad naar de voordeur van restaurant Eetvilla van den Brink in Soest staan 20 leden van het Fanfarekorps Bereden Wapens. Onder de luifel staat Lkol b.d. Piet Hoevenaars, twee pas linksachter hem Genm Gijs van Keulen – wapenoudste van de Cavalerie – en op gepaste afstand zijn wapenbroeders die acte de présence geven op deze maandelijkse lunch van de Eemlandtafel. Deze lunch schenkt op bijzondere wijze aandacht aan het feit dat Piet Hoevenaars de leeftijd van 90 jaar heeft bereikt. Het Fanfarekorps brengt een muzikale hulde ter gelegenheid van zijn 90e verjaardag. Piet heeft het verdiend. Hij is al meer dan dertig jaar buiten dienst maar is gedurende al die jaren op diverse terreinen zeer actief gebleven en zeker binnen de Vereniging Officieren Cavalerie. Op de maandelijkse koffietafels is hij vaste gast. Boxtel, Joppe, Soest, of waar dan ook, je ziet hem overal. Het weer werkt mee, de zon schijnt en de temperatuur is aangenaam. De muzikale hulde wordt besloten met het spelen van de Boreelmars en het zingen van het Boreellied. Piet zegt getroffen te zijn door deze hulde, het is de moeite waard om 90 jaar te worden. Hij herinnert aan zijn opleiding op de SROC in 1948. Appel om zes uur ’s morgens, zware lichamelijke oefeningen die hij beeldend beschrijft en daarna exerceren met de kin omhoog, de borst vooruit, en met een smoel van: Is er nog wat te doen? Wij zijn er klaar voor!
De ruim zestig aanwezigen worden hierna door Kees Blok, Ritm b.d., genodigd aan tafel te gaan. Net als twee maanden geleden zijn de zalen op de begane grond van het restaurant nodig om de aanwezigen plek te geven. Kees presideert deze tafel al weer meer dan vijf jaar met vaste hand, een hand die herinnert aan stijl en gebruiken uit een vorige eeuw. Voor aanvang van de maaltijd vraagt hij een moment stilte voor ‘gebed, contemplatie, of wat dan ook’. Hij heet de aanwezigen welkom en in het bijzonder de wapenoudste van de cavalerie, diverse ereleden van de VOC, huidige en vorige regimentscommandanten en zij die voor het eerst hier aanwezig zijn, waarvan er één zich nog moet aanmelden als lid van de VOC. Kees deelt mee dat de laudatio zal worden uitgesproken door de wapenoudste en dat hij de anekdotes voor zijn rekening neemt, daarna heeft zich nog een spreker aangemeld. Op elke tafel staan ten minste twee menukaarten met voorop een prachtige beeltenis van een ruim 40 jaar jongere Piet Hoevenaars, gekleed in atilla met een reeks onderscheidingen. Binnenin het menu. Het eerste gerecht komt al gauw op tafel: Romige mosterdsoep et katenspek.
De wapenoudste begint zijn laudatio met een persoonlijke herinnering uit het jaar 1985. Piet Hoevenaars nam afscheid en droeg zijn vele onderscheidingen, Gijs van Keulen was een jonge luitenant en had net de vierdaagse gelopen en zijn eerste onderscheiding verdiend. Hij geeft een uitvoerig overzicht van de militaire loopbaan van Piet. Slechts een paar momenten pik ik eruit voor dit verslag. In 1948 werd Piet uitgezonden naar Nederlands-Indië. Hij werd bevorderd tot luitenant. In 1950 kwam hij terug. Zijn missie zat erop, dus werd hij teruggezet in rang – naar kornet. Zo ging dat in die tijd. In 1952 ging hij als pelotonscommandant naar Korea en vocht daar tegen de Noord-Koreanen en de Chinezen. In 1953 kwam hij terug. Met Arie Rens en Aart van der Goes was hij een groot kenner van de slag bij Waterloo. Als Napoleon had gedaan wat Piet daarover zei, had Napoleon de slag gewonnen. Na zijn eervol ontslag in 1985 is Piet op vele terreinen actief gebleven. Eén daarvan is dat hij regent is geweest van de stichting ‘De Armen de Poth’. Ik vraag aan mijn tafelgenoot wat dat betekent. Die vertelt me dat het een hofje met woningen voor mensen met een kleine beurs is. Op Wikipedia is het volgende daarover geschreven: “In de tweede helft van de 14e eeuw was er een aantal leken in Amersfoort dat zichzelf ‘Broederschap van de Heilige Geest‘ noemde. Deze broederschap handelde volgens de Zeven Werken van Barmhartigheid, gaf zorg aan zieken (waaronder pestlijders) en gaf ‘arme thuyssittende’ wekelijks eigen gebakken brood, boter en andere producten van eigen landerijen rondom Amersfoort. Deze ‘proven’ voor de ‘proveniers’ werden in de volksmond ‘de Poth’ genoemd, waardoor de broederschap bekend werd als ‘de Pothbroeders’. Deze naam wordt in een oorkonde van Amersfoort uit 1447 voor het eerst genoemd.” De stichting beheert een hofje met 49 kleine woningen. De wapenoudste merkt tot slot op dat de cavalerie trots op Piet Hoevenaars is en hem zeer erkentelijk is voor zijn grote betrokkenheid.
Het hoofdgerecht komt op tafel, gebakken kabeljauwfilet met kreeftensaus. Er is voldoende gelegenheid voor onderlinge gesprekken. Gesprekken vallen nooit stil, een gemoedelijk converserende groep oudere heren, voor de buitenstaander. Met een andere tafelgenoot praat ik over de verkiezingsuitslag. Ik stel dat de VVD 8 zetels verloren heeft. Maar dat zie ik verkeerd. De uitslag van vier jaar geleden mag je niet vergelijken met die van nu. Toen was er nog geen Brexit, geen Trump en geen vluchtelingencrisis. De president, Kees Blok, vertelt een enkele anekdote over Piet Hoevenaars waarna Axel Rosendahl Huber, de president van de Haagse tafel en Lkol b.d., het woord voert. Hij voert ons mee naar de tijd dat hij nog een jong aanstormend ritmeester was en Piet Hoevenaars bataljonscommandant van 11 tankbataljon. Piet was scherp op roken. Hij wist hoe een smeulende peuk iemand in groot gevaar kon brengen. Piet rookte een pijp. Op tactische wijze. Zodanig dat luchtverkenning het niet kon opmerken. Het verhaal verplaatst zich naar de Lüneburger Heide en de ontvangst van Alexander Haig bij de Hitler bunker. Het wordt een lang verhaal. Een enkeling laat zich bellen, maar zijn telefoon staat niet luid genoeg. Een ander houdt een horloge in de lucht. Axel is goed op dreef en maakt zijn verhaal af. Het mondt uit in het aanbieden van een presentje. Er komt een gestileerd model van een tank uit de verpakking. Piet is er zeer verguld mee.
De laatste die het woord voert is Piet Hoevenaars. Hij dankt de sprekers voor hun goede woorden. Hij is vooral getroffen door het optreden van het trompetterkorps, hij voelt zich er 50 jaar jonger door. Over Nederlands-Indië beveelt hij lezing aan van het boek van Gerald van der Lee ‘Onze Jan in Indië’. Zo is het echt geweest. Gerard wordt over een paar maanden 90 jaar. Piet is ook blij dat hij samen met Jo Thomas een steentje heeft kunnen bijdragen aan de werkzaamheden van het Cavalerie Museum. Hij vertelt nog over het monument voor de onderduikgevers bij het herinneringscentrum voor kamp Amersfoort. Dat is een paar jaar geleden tot stand gekomen en hij heeft zich er ook voor ingezet. Piet legt het verschil tussen mensen in het verzet en onderduikgevers uit. Verzetsmensen waren veelal op 1 dag dapper, onderduikgevers waren gedurende meerdere jaren dapper. ‘Zo blijf je een beetje bezig’. Piet dankt eenieder voor zijn aanwezigheid.
Als laatste spreekt het veulen. Van dit gebruik wordt ook vandaag hier niet van afgeweken. De president heeft er vijf ter beschikking, vandaag is Pieter Croockewit, oud res Elnt, aan de beurt. Pieter is met de titel veulen zeer vereerd, ook al is hij 64 jaar jong. Pieter kent Piet ook als lid van de algemene vergadering van Fonds 1815 namens de regio Amersfoort. Piet Hoevenaars is altijd goed voor een opmerking tijdens de jaarlijkse bijeenkomst. De tafel wordt beëindigd, koffie met lekkernijen komen op tafel. Velen lopen het terras op, zetten hun gesprekken voort en genieten van het mooie weer.
Waarde Tijme,
Voorwaar een mooi verslag en wat plezierig dat lkol bd Piet Hoevenaars ervan heeft genoten. Dat geldt a fortiori voor zijn ega, die met de maat mee klapte tijdens de aubade van de trompetters.
Het was een waardige en mooie middag met veel dankbaarheid voor wat ons Wapen voor velen aan camaraderie heeft betekend.
met huzarengroet
mr Cornelis h Blok kolonel mjd of ritm cavalerie