Nog steeds is de temperatuur laag, kwam de zon er maar door. In Aalten scheen de zon, hier is het bewolkt en koud. Mevr. Noorlag leidt ons rond over het voormalig terrein van het kamp Esterwegen. Ze neemt ons mee van informatiebord naar informatiebord. We staan in het gedeelte waar de bewakers en de leiding was ondergebracht. Er staat geen oorspronkelijke barak meer, van het kamp was niet veel meer over toen in de 80er jaren studenten in Oldenburg een Documentatiecentrum begonnen. De gids wijst de plek aan waar bepaalde gebouwen stonden. Dit gedeelte is begroeid met gras. Enkele van de bomen die geplant zijn na de bouw van het kamp staan er nog. Mevr. Noorlag blijft staan bij het bassin van de fontein. Op een foto op het Infobord is de fontein te zien. Verfraaiing was het doel van dit ornament. Zoals men dit gedeelte van het kamp aantrof is het gebleven. In tegenstelling tot het gedeelte waar de gevangenen in barakken zaten. Daar herinnert lavasteen in kleur en structuur aan de rauwe en kale bovenkant van het veen. Om de hoek, aan de 480 meter lange straat door het kamp, zijn nog de vier treden naar een terras met een Nazi-monument te zien. Het Infobord geeft enige toelichting. Dicht bij de vroegere toegangspoort, op de foto van het Infobord, wijs ik op de houding van een bewaker van een paar gevangenen die met een houweel stenen op de 480 meter lange kampstraat kapot slaan. De nonchalance die hij uitstraalt, alsof hij wil zeggen: ‘Dit is heel gewoon, dit is zoals het gaat. Wat is er mis mee?’
Vlak bij de muur van Cortenstaal, het hek bij de toegangspoort symboliserend, staan twee gedenkstenen. De een is voor Carl von Ossietzky, de ander voor ‘Die Hölle am Waldesrand’ (De Hel aan de Bosrand’) zoals kamp Esterwegen werd genoemd. Een krans ligt voor beide stenen, afgelopen zaterdag was ook hier de jaarlijkse herdenking. In de hoge wand van Cortenstaal zit een spleet, de toegangspoort verbeeldend. We lopen nog tot de plek waar de vroegere poort stond die het kamp in tweeën deelde. Hier legt Jaap van Lochem uit wat Cortenstaal is. Het is een metaallegering bestaande uit ijzer waaraan koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom zijn toegevoegd. De bruine roestkleur is het meest typische uiterlijke kenmerk. De roestkleurige en zeer dichte oxidehuid schermt het dieper liggende materiaal af van zuurstof, waardoor de oxidatie sterk vertraagt. Het staal staat op de plek waar eens de scheiding was tussen leven en dood. De bewakers hadden niets te vrezen, de gevangenen hadden het slecht en waren onderworpen aan de wreedheden van de eersten. Als lid van de heersende partij konden de wachtmannen doen en laten wat ze wilden met de opgeslotenen. Toen de oorlog voorbij was, waren de rollen omgedraaid. Voor het hier en nu geldt dat politieke partijen getoetst mogen worden aan beginselen als respect voor de rechtsstaat, anti discriminatie, anti racisme, de menselijke waardigheid, de grondrechten als vrijheid van meningsuiting etc. In het heden is dat zelfs bij democratisch gekozen regeringsleiders niet in veilige handen. De bodem bedekt met lavasteen en boompakketten met de omtrek van een barak verbeelden het gedeelte van het kamp waar de mensen zaten opgesloten die de Nazi-ideologie niet waren toegedaan.
Er is niet veel tijd meer over. We lopen nog even de grote expositiezaal in, maar al snel vertrekken we naar Bourtange. De zon is doorgebroken en de temperatuur is aangenaam. In ’s Lands Huys gebruiken we een kleine lunch in de sfeervolle gelagkamer. Rond half vier stappen we de ontvangstruimte van de Synagoge binnen. Mevr. Huiting leidt ons rond. Door een expositieruimte lopen we langs de mikwe, een diep bassin voor rituele wassing. Direct daarachter bevindt zich de sjoel met een opvallend hoge bima. Mevr. Huiting vertelt in grote lijnen het verhaal van dit gebouw. Het is gebouwd als magazijn voor de cavalerie. Toen in het midden van de 18e eeuw de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vond dat er teveel geld aan het leger werd besteed, kwam het gebouw leeg te staan. De Joden uit Bourtange en de omliggende streek gingen het gebruiken als synagoge. Na de Franse tijd is het gebouw grondig gerestaureerd en in 1842 werd een bijna geheel vernieuwde synagoge feestelijk ingewijd en is tot aan de Tweede Wereldoorlog als Godshuis in gebruik geweest. Na de oorlog werd het eerste gebruikt als woning. Toen in de zestiger jaren met de reconstructie van Bourtange werd begonnen met als doel de vesting te herstellen onderging ook de synagoge een restauratie. In 1987 is besloten er een Synagogaal Museum van te maken. Op 3 april 1989 is het als zodanig geopend en in hetzelfde jaar is er een Chanoekadienst gehouden. In 1990 is de Vereniging Vrienden der Synagoge te Bourtange opgericht. Er staat een prachtige Chanoeka kandelaar opzij van de Heilige Arke. Helaas zijn er geen Thorarollen in de Arke. De inrichting is zo goed als mogelijk als die van voor de oorlog. Maar …, de banken komen uit een kerk in Groningen. We verwijlen hier enige tijd. Buiten maken we een groepsfoto, bij de toegangsdeur onder de tekst in de gevel: ‘Beveet Ellohien Nehalleeg Baraqesj’, ofwel: ‘We gaan binnen in gespannen verwachting.’ Aan de zijmuur een plaquette met de namen van 44 Joden die in de oorlog door de Nazi’s zijn vermoord. Daaronder een krans van bloemen die hier op 4 mei zijn gelegd.
Het is tijd om de terugreis te aanvaarden en de dag te besluiten met een eenvoudige doch voedzame maaltijd in een etablissement in de nabijheid van Aalten. Beste lezer, meen niet dat de kosten voor rekening komen van de stichting ‘Vrienden van de Aaltense Synagoge’. Alle kosten, van het busje, van de Kaffee und Kuchen, de lunch, het bezoek aan de Synagoge in Bourtange en het maal zijn Rekening Man.