In de dienst vanmorgen in de Oude Helenakerk klinkt de groet uit de mond van ds. Marten Jan Kooistra in acht talen en wordt het Pinksterverhaal door de dominee in het Nederlands en in het Fries gelezen en door Arnold Arentsen in het Nederlands en het Achterhoeks. Voor een Drent die in Friesland heeft gewoond is het allemaal nog te begrijpen; als het in het Portugees, Bulgaars of Chinees was gebeurd zou dat niet zo zijn. Gerrit Hartemink bespeelt vanmorgen het orgel en Frans Ratering doet dienst als koster. Theo Bannink heet de kerkgangers welkom waarna het aanvangslied wordt gezongen. Dat zijn de verzen 1,2 en 3 van lied 216. Bemoediging volgt waarna de groet in 8 talen wordt uitgesproken. Ik reken hierbij het Achterhoeks ook mee als taal. Na het drempelgebed en het zingen van vers 7 van Psalm 68 als Kyrie wordt staande een geloofsbelijdenis aangehoord.
“Wij geloven met hart en ziel dat de Heer onze God is, de enige. Hij heeft ons bevrijd –geen andere goden zullen wij dienen, geen enkel beeld van de Levende zullen wij maken. Wij geloven, dat wij naar zijn beeld en gelijkenis geschapen zijn –dat wij in Gods Naam zullen leven. Wij geloven, dat de dag van de Heer heilig is – dat allen eerbied waardig zijn die ons voorgaan naar het land van Gods belofte. Wij geloven, dat enkel liefde de dood overwint –dat wij elkaar trouw mogen zijn, zoals God zich met ons verbonden heeft. Wij geloven, dat een waarachtig getuigenis jegens onze naaste en de eerbiediging van zijn bezit God welgevallig is. Dat geloven en belijden wij, voor God en elkaar. Amen.”
De verzen 1,2 en 3 van lied 704 worden gezongen als Glorialied, het gebed bij de opening van het woord wordt uitgesproken, de verzen 1,4 en 5 van lied 680 worden gezongen waarna het kinderenmoment volgt. De dominee vertelt dat Pinksteren betekent dat Gods Geest over de discipelen is uitgestort. ‘Geest van God, wat is dat?’ Geen van de negen kinderen geeft antwoord. ‘Best lastig he?’ Dan geeft de dominee uitleg. ‘De Geest van God zie je niet, maar is er wel’. De dominee blaast een oranje ballon op. De lucht zie je niet, maar kun je wel voelen. De dominee laat de ballon bij elk kind een beetje leeglopen. Hij blaast de ballon weer vol lucht en laat hem los. De ballon cirkelt een eindje de lucht in en valt dan leeg op de grond. De lucht in de ballon zet hem in beweging. Dat is wat Gods Geest doet: in beweging zetten. De eerste lezing is Joël 3:1-5 uit de Bijbel in gewone taal. Van lied 700 worden de verzen 1,2 en 3 gezongen waarna Handelingen 2:1-13 wordt gelezen, afwisselend door de dominee en Arnold Arentsen, gevolgd door het zingen van de verzen 1 en 2 van lied 686.
Op Pinksterdag is het een drukte van belang in Jeruzalem. Zeven weken na Pesach wordt het Wekenfeest gevierd, een feest om de eerstelingen van de oogst te vieren. Overal vandaan komen de Joden naar Jeruzalem. Het is net een reünie. Als je elkaar lang niet gezien hebt, heb je elkaar heel wat te vertellen. Temidden van dat feest zijn de leerlingen van Jezus bij elkaar. Ze hebben de kruisiging van Jezus meegemaakt, Zijn opstanding en dat Hij naar de hemel is gegaan. De leerlingen komen eendrachtig bij elkaar. Een van de dingen die ze doen is bidden. Niet de hele dag, ze praten ook over de dingen die ze meegemaakt hebben. Dan gebeurt er iets bijzonders. Een geluid als een windvlaag vulde het hele huis en tongen als van vuur dalen op hen neer. Ze raken in vervoering en gaan naar buiten. Daar vertellen ze over de grote daden van de Heer. ‘Dat deden ze in verschillende talen net als Arnold en ik dat in Nederlands, Fries en Achterhoeks deden, om te laten voelen wat daar gebeurd zou kunnen zijn.’
Het is een prachtig gebeuren, wat moeten we ons daarbij voorstellen? In gesprekken met mensen hoor ik dat ze Hemelvaart en Pinksteren moeilijke christelijke feesten vinden. Tijdens de belijdeniscatechisatie heb ik gevraagd om te proberen te verwoorden wat Pinksterfeest voor jou betekent. De een zegt dat je een cadeau ontvangt, de ander dat het voelt als een warme deken, als een thuiskomst. Je ervaart spirit. Pinksteren is samen geloven in één God, een geloof dat je kracht geeft. Gods liefde komt heel dicht bij je. Het zijn verschillende antwoorden, toch zit er een rode draad in. Vervolgens vragen we ons af: Wat moet ik er mee? Drieduizend mensen worden toegevoegd aan de gemeente van Christus. Het wordt een bruisend geheel. Dat zouden we in deze tijd ook wel willen. Met enthousiasme gaan ze verder. In het woord enthousiasme zit het Griekse woord theos, dat betekent God. Niemand weet dat. Hier aarzelt de dominee even. Ja, bijna niemand. Marieke die weet dat wel, die heeft Grieks gehad. (De dominee doelt hier op ds. Marieke Andela-Hofstede die ook in de kerk zit). Enthousiasme, in hun veelkleurigheid voelen de leerlingen zich één in God. Met dat enthousiasme gaan ze verder. Dat gaat in golfbewegingen door de eeuwen heen.
Het is spirit en daar moet je iets mee gaan doen. Om samen iets aan te pakken. Zojuist hebben we lied 700 gezongen. Het is als een wind die waait bij vlagen. Soms een storm met dondersalgen, soms een stem die zegt: wees niet bevreesd. Soms een vlam een vonk van boven, soms een lamp die uit kan doven, soms een glans van korte duur. Het verwoordt de dingen die we in ons leven meemaken. Het is niet altijd hosanna in ons leven. Toch mogen we in alles waar we mee bezig zijn iets ervaren van Gods Geest. De dominee moet denken aan de jongeren van de kerk die naar Roemenië gaan. Daar wordt een andere taal gesproken, doet men de dingen anders. Toch trekken de jongeren, van hier en daar, samen op vanuit het geloof dat ze delen.
Zo mogen we horen van de grote daden van God. Het is een veelkleurig koor van stemmen om uiting te geven aan wat Jezus ons heeft voorgeleefd. Paulus beschrijft de gemeente als het lichaam van Christus. Zo is het ook met onze kerkelijke gemeente. De een vervult de functie van hand, de ander is de mond. Ieder mag in dat koor invulling geven aan de opdracht die hij of zij gekregen heeft. Door eendrachtig bij elkaar te zijn. Door te bidden. Ieder mag zijn of haar bijdrage leveren. Ga ontdekken dat Pinksteren voelt als een warme deken, als een thuiskomen. Ga samen op weg, gelovend in één God. Wie op weg gaar krijgt moed, vuur en liefde. Zeg niet: het gaat niet lekker. Je bent nooit alleen, God is altijd in de buurt en er zijn altijd mensen die je willen helpen.
Na het amen van de preek worden de verzen 1,2 en 3 van lied 687 gezongen, is er een mededeling van overlijden van een gemeentelid waarna vers 1 van lied 91a wordt gezongen. Hierna volgen de dank- en voorbeden, stil gebed en het gezamenlijk bidden van het Onze Vader. De dominee heeft nog een mededeling. In Kerkvenster staan de namen van ambtsdragers die aftreden, nu leest hij de namen van 5 nieuwe ambtsdragers. Na de collecte worden de verzen 1 en 2 van lied 422 gezongen en na de heenzending en zegen wordt vers 3 van lied 422 gezongen.