‘De ziel van ons bestaan’, noemt een der wapenbroeders de activiteit waarvoor hij het beeldje van de ‘Contente Mens’ in ontvangst mag nemen. Ik kom er hieronder op terug. Het gebeurde in Boxtel waar ik de maandelijks bijeenkomst van de VOC Brabantse Lunch bijwoon. Zoals gebruikelijk vindt deze lunchtafel plaats op de vierde, meestal de laatste, woensdag van elke maand. Vier keer per jaar valt dat samen met een bijeenkomst van de oud-burgemeesters in de Achterhoek in. Daarom miste ik de juli lunch in Boxtel. Met mijn ambtsbroeders was ik op bezoek bij de gemeente Zevenaar, Landgoed Halsaf (kasteel Babberich) en besloten we de dag in ‘De Swaenebloem’ te Tolkamer. Voor de vierde woensdag in aug. had mijn cardioloog in Winterswijk me uitgenodigd. Hij was tevreden. Vanmorgen de reis naar Boxtel aanvaard. Dwars door Varsseveld, het kruispunt bij de N18 is in reconstructie. Op de IJsselbrug in de A12 worden de resten van een aanrijding opgeruimd. Het leidt slechts tot een handvol minuten vertraging. Even na twaalf uur ben ik bij “De Waag’ in Boxtel. De wapenbroeders staan buiten, het is terrasweer. Voor het aperitief is een uur uitgetrokken, velen trekken er meer tijd voor uit: ze komen wat eerder. Als een van de laatsten komt Rob van Schaik aangelopen. Behalve wapenbroeder is hij ook ambtsbroeder. Toen ik aantrad als burgemeester van Aalten, zat hij in Groenlo. Later is hij verkast naar Waalwijk. Ruud van Nooijen zet ons samen op de foto.
Het verhaal over de Contente Mens zet ik hier voort. Het gebeurt aan het slot van de lunch. Rob Hiltmann, president van dienst, sluit de tafel af met een slotwoord. Als laatste van drie punten spreekt hij over de Contente Mens. Hij heeft een klein model van dat beeld bij zich en laat de doos eromheen zien. Het is voor Herman Willems. ‘Wij bewonderen jou in jouw volharding waarbij jij en Ernst Plantenga samen optrekken om hier aanwezig te zijn’. Het grote beeld staat in Eersel. Het is een herinnering aan een tevreden Brabantse boer die zijn boerderij verkocht en zich daarna nuttig wilde maken voor zijn omgeving. Hij wandelde iedere dag rond en maakte met iedereen een praatje. Toen hij bij een Landjuweel als oudste deelnemer de optocht uitliep, won hij het schild. De prijs werd hem uitgereikt door bisschop Bekkers die hem toezegde dat hij hem persoonlijk zou feliciteren als hij honderd zou worden. Dat vond het boertje wel goed want ‘als dat zou kunnen dan leven we beide nog’. Herman is zeer vereerd met het beeldje. ‘Het is de ziel van ons bestaan, wat voor elkaar doen.’ Hij is ervan overtuigd dat wanneer hij in dezelfde omstandigheden als Ernst zou verkeren, Ernst hem zou helpen.
In de Winterzaal zoeken we na het aperitief een plek aan tafel op. We blijven staan en zingen eerst het Huzarenlied. Rob Hiltmann, lid van het triumviraat en vandaag onze president, vraagt ons te blijven staan. Hij spreekt een korte speech uit ter herdenking aan het overlijden van Jan Aarts, lid van de VOC. Hij is in het begin van de 70er jaren opgeleid aan de School Reserve Officieren Geneeskundige Troepen en deed dienst bij 41 Tkbat en zwaaide in 1977 af. In 1986 kwam hij weer in actieve dienst, op basis van een tijdelijk contract, als kapitein bij de sectie 4 van de Rij- en Tractie School, bij majoor Henk Pieters. Toen de muur viel en Defensie inkromp werden militairen met een tijdelijk contract naar de uitgang begeleid. In 1997 was het voor hem einde oefening. We nemen een minuut stilte in acht. Er worden een paar stoelen bijgeplaatst. Rob spreekt zijn welkomstwoord uit. Als gasten zijn twee vertegenwoordigers van de Haagsche VOC Koffietafel aanwezig, Ina Boerstoel en Willem Anthonijsz. Voorts is de vicevoorzitter van de VOC, Frans Fontein, present. De tafel oudste, de erepresident en drie ereleden worden welkom geheten. Ook is Pico baron van Sytzama aangeschoven. Rob verontschuldigt Eric Puik en Dick Soelaksana, de twee andere leden van het triumviraat, die vandaag verhinderd zijn. Dan leest hij een mail voor van Alexander Hoevenaars die op 15 sept. jl. berichtte dat de gezondheidstoestand van zijn vader, Piet Hoevenaars, zodanig is achteruitgegaan dat hij is opgenomen in de ‘Amerhorst’ te Amersfoort. Voor zowel de familie Aarts als Piet Hoevenaars zal een kaart ter ondertekening rondgaan. Rob vraagt een moment stilte voor aanvang van de maaltijd.
Het voorgerecht komt op tafel. Eerst een bord met enkele groene blaadjes en kleine vaste stukjes erin. Dan wordt het bord vanuit een kan bijgevuld. Elise licht toe: een soep van bosuitjes, truffels en knolselderij. De onderlinge conversatie tussen de 29 aanwezigen is geanimeerd. Misschien wordt hier van alle VOC-lunches wel het drukst met elkaar geconverseerd. Rob Hiltmann richt het woord tot Hans Snip die enige keren afwezig was. Er is onderhoud ‘aan zijn leidingen’ gepleegd. Hans vertelt dat hij voor de vijfde keer is gedotterd. De eerste keer door Michael Quarles van Ufford. In totaal zijn er 9 stents bij hem geplaatst, 1 minder dan bij zijn zoon. ‘Doen jullie een wedstrijdje?’, wordt er gevraagd. Rob staat even stil bij de aanmeldprocedure. Afgelopen maandag hadden zich 14 deelnemers aangemeld, 29 zitten thans aan tafel. John Mantingh interrumpeert terstond. ‘Ik meld me aan en krijg de mail onbestelbaar terug’. Er wordt gezegd dat de VOC van provider is gewisseld. ‘Dat werd tijd’ is een opmerking die helaas niet wordt toegelicht. Rob heeft aan Jurgen gevraagd met welk aantal aanwezigen hij rekening houdt. ‘Tussen de 20 en de 50 is zijn antwoord’. Rob citeert een Oostenrijks gezegde: ‘Fünf sind geladen. Zehn sind gekommen. Giess Wasser zur Suppe. Und heisst Sie wilkommen’. Ik heb belangstelling voor de Phonak ComPilot van mijn buurman, door mijn tinnitus ben ik geïnteresseerd in een dergelijk apparaat.
Het hoofdgerecht komt op tafel. Dat is lamsvlees. Het is langzaam gegaard in de Big Green Egg, een bereidingswijze die ook wel slow cooking wordt genoemd. Doordat de eiwitten langzamer stollen ontstaat er lekker sappig vlees dat niet is verbrand of uitgedroogd. Het wordt opgediend op een bed van risotto met bijbehorende groentes. Hiervoor mag onze erewachtmeester titulair Jurgen Bosmans een groot compliment ontvangen, de smaak is voortreffelijk. Er wordt ons een glas wijn aangeboden. ‘Wat is de reden Pico?’, vraagt de tafelpresident. ‘Ca va’, is zijn antwoord.
Hierna krijg ik het woord. Ik vertel dat ik gisteravond een spreker heb gehoord aan wiens lippen zijn gehoor hing. Zo mooi kan die man vertellen. In een heel kalm tempo sprekend, stapje voor stapje zijn verhaal opbouwend, woorden gebruikend die een dertienjarige kan begrijpen, zo vertelde Pieter Albers op de donateursavond van de Vrienden van de Aaltense Synagoge zijn verhaal over de Emslandlager. Direct nadat Hitler in 1933 aan de macht kwam werden er 15 concentratiekampen gebouwd vlak over de grens met Groningen en Drenthe. Op 30 jan. 1933 wordt Hitler tot Rijkskanselier benoemd. Die weet snel alle politieke macht in handen te krijgen. In de nacht van 27 op 28 februari 1933 staat de Rijksdag in brand. Nog op 28 febr. 1933 wordt de ‘Verordening tot bescherming van Volk en Staat’ afgekondigd en onmiddellijk in werking gesteld. Dat betekent dat Hitler de communisten en de socialisten, zijn politieke tegenstanders, laat oppakken. De capaciteit van de gevangenissen is onvoldoende. Hitler begint met de bouw van concentratiekampen. Waar? Er lagen al enige jaren plannen klaar om het uitgestrekte veengebied langs de grens met Nederland bij Groningen en Drenthe in cultuur te brengen en daar 23.000 boerderijen te stichten. De Nederlanders waren daar in het midden van de 19e eeuw al mee begonnen en waren daar mee klaar. De Duitsers zagen er een mogelijkheid in om hun honger naar Lebensraum te stillen. De concentratiekampen werden na het aan de macht komen van Hitler versneld aangelegd. De politieke gevangen werden erin opgesloten en gebruikt als veenarbeiders. Veenarbeid hadden ze nooit gedaan. Mensen uit de streek wisten wel hoe het veen moest worden afgestoken. Die konden opzichter worden met de belofte dat ze later een boerderij zouden krijgen. Duizenden mensen zijn daar de dood in gejaagd. Na de oorlog was er al gauw niets meer van de kampen over. In de 80er jaren namen studenten aan de Universiteit van Oldenburg het initiatief tot het inrichten van een herinneringscentrum. Ze wilden weten wat er in die streek gebeurd was en wat het aandeel van hun ouders of grootouders daarin was. Pieter Albers uit Emmen werd ook in de 80er jaren uitgedaagd. Iemand zei tegen hem: ‘Je vindt niets van die kampen terug’. Toen heeft hij zich vastgebeten in dit onderwerp met als resultaat het boek: ‘Gevangen in het Veen, de geschiedenis van de Emslandkampen’. In Esterwegen, vanuit Bourtange 40 km. over de grens is sinds 2011 een bezoekerscentrum ingericht. Reeds in 1935 schreef Wolfgang Langhoff er een boek over: ‘Die Moorsoldaten’. Hij was ook in 1933 opgepakt, kreeg een straf van 18 maanden en vluchtte na zijn vrijlating naar Zwitserland. Het boek is in 1935 vertaald in vele talen, ook in het Nederlands (als ‘De Veensoldaten’). Het bleef in Nederland onopgemerkt.
Hans Steenmetz veert op en refereert aan Wlad Kohutnicki die bij de bevrijding met zijn tanks door die streek is getrokken. Hans weet te melden dat een plaats in de buurt van Meppen enige tijd een Poolse gemeente is geweest. Dat klopt. Na de oorlog waren er 30.000 Polen in het Emsland. Terug naar Polen konden ze niet. De Britten en de Canadezen organiseerden huisvesting. Men zocht naar een plaats die alleen door Polen bewoond zou worden. Het werd Haren aan de Ems. De Duitsers moesten hun huizen uit, de Polen trokken erin. Op 24 juni 1945 werd als eerbetoon aan de Poolse generaal Maczek de naam van de plaats Haren veranderd in Maczków met een Poolse burgemeester, gemeenteraad, straatnamen, scholen etc. In 1947 kregen de Polen een aanbod van de Engelse regering om zich in Engeland te vestigen. Op 4 aug. 1948 werd Maczków herdoopt in Haren en ruim een maand later was de plaats weer honderd procent Duits. John Mantingh wil hierover het laatste woord. Want hij is als kind in Ter Apel bevrijd door een eenheid van Wlad. Hij kan zich herinneren dat er toen werd gezegd dat er over de grens een kamp vol Poolse vrouwen was. Inderdaad. In 1939 zijn Poolse krijgsgevangenen ondergebracht in de Emslandkampen en in juni 1940 zijn 1.400 Poolse vaandrigs naar Oberlangen gebracht. Oberlangen is een van de 15 Emslandkampen. Daar kwamen in dec. 1944 1.700 Poolse vrouwelijke soldaten aan die in hun eigen leger, de Armia Krajowa, mee hadden gedaan aan de opstand in Warschau. Ze stonden onder leiding van Irena Mileska. Oberlangen ligt over de grens bij Ter Apel. In 1975 is over de bevrijdingsactie van Oberlangen uitvoerig verslag gedaan in de Drents-Groningse pers. Dirk van Zuidam wijst op het werk van de Boxtelaar Eric van Tilbeurgh die de hoogste Poolse onderscheiding, die aan een buitenlander uitgereikt kan worden, heeft gekregen. Voor zijn buitengewone bijdrage in het bekendmaken van het aandeel in de bevrijding van Europa door de Poolse Strijdkrachten tijdens de Tweede Wereldoorlog en hun rol als bevrijders van Nederland in het bijzonder. In de loop der jaren heeft hij een collectie en archief opgebouwd over de Poolse strijdkrachten tijdens die oorlog. Die zijn onlangs door het Poolse Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed aangemerkt als grootste privécollectie ter wereld met betrekking tot dit deel van de Poolse geschiedenis.
De derde gang, een mooi opgemaakt ijsje, komt op tafel. Willem Anthonijsz neemt het woord. (Hij heeft de Haagsche koffietafel meer dan 30 jaar gepresideerd.) Hij stelt dat hij zeker weet dat hij de oudste aanwezige is. Hij spreekt zijn dank uit dat Ina Boerstoel en hij hier aanwezig mochten zijn. Hij heeft heren gezien die destijds ‘op de berg’ woonden. ‘Ze zijn gezond, maar niet meer zo goed als destijds’. In zijn klas op de KMA zaten 85 leerlingen. In zijn klas zat ook Pieter Blussé van Oud Alblas. Onlangs was er een reünie. Vijftien waren er aanwezig, zeventig zijn gesneefd. ‘Maar Pieter en ik zullen tot het einde der dagen hier zijn’. Rob Hiltmann neemt het woord voor de overige mededelingen. Dat zijn er drie. De eerste betreft de afwezigheid van de parate officieren. Met Stef Laarman is er alleen via de e-mail contact. Het Brigadeverkenningseskadron is op oefening of neemt deel aan een uitzending. Kortom ze hebben het druk. Dan volgt een mededeling over de battlefield tour op Texel van 10, 11 en 12 oktober. Er zijn nu 20 deelnemers, de groep is compleet. Tot slot vertelt Rob over de Contente Mens en na het dankwoord van Herman Willems sluit Rob de lunch.
De Contente Mens
Hij is niet tegen het nieuwe, niet tegen de vooruitgang, niet tegen de aardse geneugten doch is tegelijk levenswijs. Het leven zowel als zijn aard maakte hem enigermate filosofisch berustend. Hij laat zich niets wijsmaken, verwacht niet te veel, doch verheugt zich over het goede om hem heen en dat alles vormt zijn tevreden zijn, zijn content zijn.