Bij binnenkomst in de Oosterkerk wordt een kleine folder uitgereikt. De folder is van het Nederlands Bijbelgenootschap met het oog op Nationale Bijbelzondag op 29 oktober a.s. De kerkgangers worden opgewekt een gift te geven voor prentenbijbels voor kinderen in China. Op de schermen in de kerkzaal staat een mooie foto, een park met hoge bomen waarvan de bladeren hun prachtige herfstkleuren laten zien. De voorganger is vanmorgen ds. Hendrik Jan Zeldenrijk, de organist Harry van Wijk en Theo Luiten treedt op als koster. Joke Mateman verwelkomt de kerkgangers, leest de mededelingen waarna de verzen 1 en 3 van Psalm 103 worden gezongen. Stil gebed, bemoediging en groet volgen. Na het gebed worden de verzen 1,2 en 3 van lied 413 gezongen en nodigt de dominee de kinderen uit om naar voren te komen. Hij hoopt dat de kinderen een fijne nevendienst hebben en dat ze daarna denken dat het niet zo erg is dat de vakantie voorbij is. Er is eentje die nog niet naar school hoeft. De jongen die het licht mag dragen roept verrukt uit dat het de tweede keer is dat hij dat doet. ‘Fijn, man’, zegt de dominee. De kerkgangers kunnen er om glimlachen. Tien kinderen gaan naar de nevendienst.
De dominee leest uit Marcus 2:13-17, het verhaal over de roeping van Levi. Na het zingen van de verzen 1,2 en 3 van lied 834 begint de dominee aan zijn verkondiging. Hij herinnert aan zijn preek van drie weken geleden in de Oude Helenakerk. De dominee zal niet vragen waar het over ging. Het ging over de liefde van God waar geen voorwaarden aan zijn verbonden. (Ik blader even terug in mijn aantekenboekje en zie de notities van die preek). Tijdens het koffiedrinken na die dienst werd de dominee van drie verschillende kanten benaderd met de opmerking dat het ‘zo gemakkelijk toch niet kan zijn’. Het werd allervriendelijkst opgemerkt, niet zoals vroeger wel gebeurde: Hoe haal je dat in je hoofd. De dominee liep na afloop naar zijn auto en dacht: Ik moet toch eens over Levi preken. Weer thuis zag hij dat hij daar drie jaar geleden ook over had gepreekt. Preken van drie jaar geleden herinner je je wel, van drie week geleden niet. Op het leesrooster voor vandaag staat Marcus 2, de dominee wil vooral spreken over het verhaal na de roeping van Levi.
Levi inde de belastingen voor de Romeinen, de bezetter van het land Israël. Aan de Romeinen moest hij een vast bedrag afdragen en hij mocht ook geld innen voor zijn eigen onderhoud. Vele tollenaars konden de verleiding niet weerstaan en inden teveel zodat ze in weelde konden leven. Daardoor waren de tollenaars gehaat bij het volk. Jezus komt langs het tolhuis van Levi en even later lezen we dat Hij in het huis van Levi zit. Hij zit aan tafel met tollenaars en zondaars. De schriftgeleerden en farizeeërs zien dat en vragen zich af waarom Jezus uitgerekend met die mensen aan tafel zit. Aan tafel zitten met anderen is nogal intiem. Begrijpt Jezus dan niet dat die mensen als verloren moeten worden beschouwd? Zondaars zijn ten diepste mensen die hun doel missen. Ze zijn afgesneden van de band tussen God en mensen. Ze zijn hun bestemming kwijt. Jezus hoort de vraag van de schriftgeleerden en farizeeërs en zegt: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars’. Jezus herstelt de verhouding tussen God en zondaars.
Is dat niet gemakkelijk? Jezus had toch op z’n minst een gesprekje met Levi kunnen hebben. Dat Levi er een rotzooi van maakt, dat hij niet langer moet doorgaan met dat oneerlijke gedrag en dat hij dat moet laten zien aan de mensen. Dat is logisch en kunnen we volgen. Dat doet Jezus niet, Hij zegt: ‘Volg mij’. Bij Jezus gaat de roeping vooraf aan spijt en berouw. Die komen later. Mag je daaruit afleiden dat de vergeving van God voorafgaat aan spijt en berouw? De drie gemeenteleden die me aanspraken zijn niet de eerste. Ook de kerk heeft hierover gesproken. Het luistert nauw, het is de kern van het Evangelie. ‘Misschien is het wel de reden dat ik dit werk met zoveel vreugde mag doen’, zegt de dominee. Lijkt het er dan niet op dat de mens maar zoveel mag rotzooien als hij wil? Door jouw goede gedrag vermeerdert Gods liefde niet en door jouw slecht gedrag vermindert de liefde van God niet. De weg die Jezus is gegaan is niet gemakkelijk. Het was een vernederende weg. Ook Gods weg is niet gemakkelijk. God wil zelf schuldig zijn aan onze schuld.
Terug naar Levi. Jezus zegt niet: Geeft niet, kom erbij en doe mee. Jezus zegt: ‘Volg mij’. Levi staat op en doet het. Later geeft Levi een maaltijd, hij is een ander mens geworden. Berouw en spijt komen na de liefde van God. Als wij die volgorde ook eens zouden omdraaien dan zouden we zonder kramp kunnen leven. Hoe zouden we anders in rust en vrede kunnen sterven. Levi volgde vol vreugde de Heer. Daar moeten we niet aan toe of aan af doen. Natuurlijk moet ook gezegd worden dat als je in aanraking gekomen bent met Gods liefde het simpelweg onmogelijk is dat daarvan niets zichtbaar wordt in je leven. Volg mij, en Levi volgde. Zo zijn er velen. Jouw bestemming is dan niet weg. Vaak wordt het concreet in je leven. Je kunt dan geen beslissingen nemen buiten God om. Dat je God niet toelaat op sommige gebieden van je leven. God is een levende werkelijkheid in je leven. Je moet daarom proberen om ruimte, liefde en aandacht te geven aan hen die daarom vragen. Als we het over makkelijk hebben, dat is niet gemakkelijk. Kijk naar het leven van Jezus.
Na het amen van de preek worden de verzen 1,2 en 3 van lied 754 gezongen. Hierna wordt Netty Hengeveld door de dominee voorgesteld als pastoraal werker in Lintelo. Zij zal werkzaam zijn in de wijk van ds. Marieke Andela. In die wijk heeft ds. Onderwaater enige tijd gewerkt en zij wordt dank gezegd voor haar werk. Tot de taak van de pastoraal werker behoort ook het leiden van begrafenissen en crematies. Hij vindt dat zij een mooi stukje heeft geschreven in ‘Kerkvenster’. ‘Dank je’, antwoordt Netty Hengeveld. De dominee heet haar van harte welkom en vraagt haar te gaan staan en te antwoorden op drie vragen. Of ze zich gedragen weet door onze gebeden, dat ze in liefde en trouw deze gemeente zal dienen en dat ze geheim houdt wat haar in vertrouwen is verteld. De dominee antwoordt op het ja dat God haar zegen op haar wek mag geven. Van Joke Mateman krijgt Netty Hengeveld een bloemetje en de dominee geeft haar een hand en feliciteert haar en van de kerkgangers krijgt ze applaus. Er zijn geen afkondigingen van overlijden. De dank- en voorbeden worden uitgesproken, gevolgd door stil gebed en het gezamenlijk bidden van het Onze Vader. Tijdens de collecte speelt Harry van Wijk het koraalvoorspel op de melodie van lied 905 en verschijnen er beelden op het scherm van de gevolgen van overstromingen in Azië, het Noorden van India, Nepal, Bangladesh en Myanmar. De opbrengst van de deurcollecte gaat naar het Christelijk Noodhulpcluster en wordt door de diaconie verdubbeld. De verzen 1,3 en 4 worden als slotzang gezongen en na de Zegen is er gelegenheid om voorin de kerk Netty Hengeveld en haar man de hand te drukken.