Nog voor de groep uit Dortmund is gearriveerd hoor ik van Sonja Rexwinkel, een van de rondleiders in het Onderduikmuseum, dat er onder hen iemand is die in Aalten heeft gewoond. Daar zal ik straks meer over vertellen. De groep telt 58 leden van de Joodse gemeente uit Dortmund. Hun bezoek is een vervolg op het bezoek van rabbijn Babaev met tien studenten op 20 december van het vorig jaar. Dat was het gevolg van het bezoek van een plaatselijk historicus en een journalist uit Dortmund in het voorjaar van 2017. Die kwamen ook niet zomaar in Aalten. De contacten van de Aaltense Synagoge met Dortmund zijn begonnen met het naspeuren door Hugo Kuiper van het verleden van de familie Lewy ter voorbereiding op het leggen van Stolpersteine in Aalten. De familie Lewy, een echtpaar met een dochter, uit Dortmund vestigde zich na de Kristallnacht in Aalten. Ze woonden aan de Hogestraat 55 en van daaruit zijn ze door de Nazi’s in een vernietigingskamp omgebracht. Kinderen van een internationale school in Dortmund-Hörde hebben op vierpanelen het korte leven van dochter Bertha Mathilde Lewy verbeeld en waren in febr. 2015 aanwezig bij de legging van de Stolpersteine in Aalten. Drie vertegenwoordigers van de Aaltense Synagoge zijn ook aanwezig geweest toen voor de familie drie Stolpersteine in De Hermannstrasse in Dortmund, mei 2015, werden gelegd. Hugo Kuiper kreeg ook nog contacten met de fanclub van Borussia Dortmund en heeft zelfs in Dortmund geholpen bij het poetsen van Stolpersteine.
Rabbijn Babaev is eerder in het Onderduikmuseum geweest en heeft toen ook een korte dienst in de Synagoge geleid. Van hem is het idee om met een groep senioren Aalten te bezoeken. Ze spreken bijna allemaal beter Russisch dan Duits. Vlak nadat het ijzeren gordijn in 1989 was gevallen wilde de regering van Duitsland het ledental van de Joodse gemeenten in Duitsland vergroten. Op uitnodiging van Duitsland konden Joden uit de voormalige Sovjet-Unie zich in Duitsland vestigen. Deze groep leden van de Joodse gemeente uit Dortmund bestaat uit Joden die in het huidige Rusland, Wit-Rusland en de Oekraïne woonden. Ze hebben om tolken gevraagd en gelukkig zijn Marc en Dinor Golub bereid dat wat tijdens de rondleidingen gezegd wordt in het Russisch te vertalen. Direct na aankomst worden er vier groepen gevormd, twee lopen langs enkele Stolpersteine en brengen een bezoek aan de Synagoge. In de Synagoge vertelt Sallo van Gelder van zijn wonderbaarlijke ontsnapping aan de Nazi’s, op transport naar Westerbork, onder de rokken van een ‘non’ die een verzetsstrijdster bleek te zijn. Twee andere groepen gaan het Onderduikmuseum in en krijgen daar elk een rondleiding. Er is lunch in Elim en na de middagmaaltijd wisselen de groepen.
Tijdens de lunch heb ik gelegenheid om met Joachim Polak een praatje te maken. Na de Kristallnacht, 9 nov. 1938, vluchtte zijn moeder, geen Jodin, met hem uit Dortmund en kwam in Aalten terecht. Daar zijn ze niet gebleven, via enkele andere plaatsen en hereniging met vader, Jood, en oudere broer kwamen ze in Rotterdam terecht. Daar raakten ze door het bombardement van 14 mei 1940 zonder een dak boven hun hoofd. Voor de oorlog had Nederland al een opvangkamp voor Joodse vluchtelingen in Westerbork opgericht en daar ging het gezin Polak naar toe. Dat kamp werd overgenomen door de Nazi’s. Ze overleefden dat omdat sprake was van een gemengd huwelijk en werden vrijgelaten. Na 14 dagen wilden de Nazi’s hen weer oppakken, maar ze waren ondergedoken. Joachim, geboren op 13 febr.1937, heeft Nederlands onderwijs genoten, heeft een HBS-diploma en daarna nog een paar jaar in Nederland gewerkt. In 1957 is hij teruggegaan naar Dortmund en heeft daar samen met zijn broer, Wolfgang, een groothandel in auto-onderdelen geleid met 60 werknemers. Mevrouw Polak komt uit Israël. Joachim verontschuldigt zijn broer die op vakantie is in Bergen (NH) en ooit lid was van het bestuur van Borussia Dortmund.
De groep is bijna vijf uur in Aalten geweest. Hun programma was nog niet afgelopen, de groep is naar Enschede gegaan om daar een bezoek te brengen aan de Synagoge.