De werkzaamheden aan de Markt zijn nog niet voltooid. Nog steeds is de Markt in Boxtel niet toegankelijk voor het publiek. Hoge dranghekken schermen het bouwterrein af. De cafés en winkels zijn wel bereikbaar. Aan de Zuidoost kant van het rechthoekige plein moet een klein deel nog worden bestraat. Een straatwerker spreekt mij aan in plat Brabants. Ik ben gekleed in een lange donkerblauwe winterjas en heb een beret basque op. Z’n collega’s sturen hem op me af. Ik heb niet begrepen wat hij vroeg en daarom vraag ik wat hij zegt. Dan hoor ik iets over roken. Hij moet vragen of ik rook. Ik moet denken aan de Friese lange afstandslopers die ik op de vierdaagse van Nijmegen ontmoette. Als ze 50 km. gelopen hadden in een snelle tijd en ik een uur later binnen kwam, zaten zij bij de Vereeniging aan het bier en rookten sigaren. Als ik er een grapje over maakte was hun antwoord: ‘Wees flink, rook en drink’. Ik heb de neiging dat tegen de straatwerker te zeggen. Ik beheers me en stel een tegenvraag: ‘Of ik een borrel drink?’ Dat leidt bij zijn collega’s tot hilariteit. Ze steken hem nog meer de gek aan.
‘De Waag’ is van westkant goed te voet bereikbaar. Het is nog guur weer, de temperatuur zal in de loop van de dag hoger worden. Binnen is het aangenaam en ik ben niet de eerste. Een enkeling denkt dat ik een alpinopet op heb, er zijn er ook die net als ik de baret zelf in het gebied gekocht hebben. De gesprekken gaan over koetjes en kalfjes. De een heeft wat op z’n lever over het reünistencorps van de trompetters, de ander loopt opeens met en stok en moet vertellen dat zijn geneesheer denkt aan een slijmbeursontsteking. Ook missen we een trouwe bezoeker. ‘Wist jij dat hij in het ziekenhuis ligt?’ is een vraag die gesteld wordt. Er druppelen nog een aantal wapenbroeders binnen. Op tijd kondigt Rob Hiltmann, dienstdoend voorzitter, aan dat ‘we over 2 minuten aan tafel gaan’. Iedereen zoekt in de Winterzaal een plekje op en blijft achter z’n stoel staan. De muziek van de Huzarenmars wordt ingezet en dan wordt het eerste couplet van de Huzarenmars gezongen.
Rob heet de aanwezigen welkom. Dan noemt hij Oeds Slichtenbree die voor het eerst aanwezig is. Iedereen krijgt een nummer wanneer hij voor de eerste komt. Oeds is nummer 267. Er zijn vertegenwoordigers van andere tafels. Gaspard van der Kroon en Arie Rens van de Eemlandlunch, Norbert de Munnik van Rotterdam. Pico baron van Sytzama is net aangeschoven. Hij noemt de ereleden jhr. Rob Goldman en mij. Een ook onze tafel oudste, Pieter Blussé van Oud Alblas, wordt speciaal verwelkomd. Rob vraagt dan om een moment stilte. Hierna heeft hij nog twee mededelingen. Jan Lakeman is opgenomen in het ziekenhuis en zal daarna waarschijnlijk nog naar een ander ziekenhuis verkassen. Er zal een kaart rondgaan om hem een groet te brengen. Het tweede betreft het Bosrestaurant in Joppe, vaste stek van de Zutphense lunchtafel. Die is afgebrand. Rob heeft een kaart aan Henk Nix klaar liggen voor ondertekening. Een kaart met daarop een brandweerauto. Ik val even in de rede en zeg dat de bijeenkomsten op de eerste donderdag van de maand gewoon doorgaan. Er is een tijdelijk onderkomen gevonden in café ‘De Pauw’ in Warnsveld, naast de kerk. Rob heeft nog een mededeling, het eerste glas aan tafel is van hem, hij is 73 jaar geworden.
De soep wordt opgediend. De basis is knolselderij met truffels, daarover wordt bouillon gegoten. ‘Wat hebben ze weer een heerlijk soepje gemaakt’, hoor ik iemand zeggen. Er zijn geen wapenbroeders die een soepspeech willen houden. De stemming is er niet minder om. De onderlinge gesprekken zijn als vanouds geanimeerd. Het hoofdgerecht is hazenpeper met aardappelpuree, rode kool, spruitjes en een peer. Pieter Blussé, die naast me zit, maakt een opmerking over de trompet die pal voor de voorzitter staat, een mooie goudkleurige trompet. Pieter mist het blauwe koord aan de trompet. Onze trompetveger, Henk Adelaar, zit schuin tegenover ons. Die krijgt de vraag voorgelegd. De trompet is geschonken door jhr. Michael Quarles van Ufford. Henk zal Michael ernaar vragen. Pieter vertelt nog een anekdote. Een rustkamer werd beheerd door een ex-KNIL militair. Daar bevond zich ook een cavalerietrompet (ruiterijtrompet). Dat is een trompet gestemd in Es. Wanneer men hem vroeg: ‘Wat is dat?’, antwoordde hij: ‘Trompet in doos, rest op nalevering’. Pieter verduidelijkt. Een cavalerietrompet moet verder kunnen dragen dan een infanterietrompet. Daarom is hij in Es gestemd. Oeds Slichtenbree krijgt het woord. Hij heeft een In Memoriam geschreven over Oscar Overbeek. In de gisteren verschenen ‘Mededelingen’ is het afgedrukt. Rens Sol vroeg hem om het te schrijven. Oeds wist dat Oscar lid was van diverse gespreksgroepjes. In het ontwerp-artikel schreef hij over de ‘praatgroep Boxtel’. Dat heeft Ed Westerhuis geschrapt. Oeds vertelt over zijn relatie met Oscar. Ook zegt hij enkele woorden over zijn eigen militaire carrière, hij heeft zijn tijd uitgezeten bij de inlichtingendienst. Dirk van Zuidam neemt een aanloop om over zijn relatie met Oeds te spreken. Dirk is eens hetzelfde overkomen wat Axel Rosendahl Huber overkwam. Wim Anthonijsz was meer dan 30 jaar voorzitter van de Haagse tafel. Een opvolger stelde zich niet beschikbaar. Een keer was Axel niet aanwezig. Hij werd met algemene stemmen benoemd tot voorzitter. Toen Dirk op de SROC zat was hij eens uithuizig. Hij kwam terug en bleek gekozen als voorzitter van de leerlingenraad. Dirk werd pelotonscommandant. Terug van een oefening moest hij bij de ritmeester komen. Een ritmeester was toen voor hem nog iets in de buurt van generaal. Hij kwam bij ritmeester Slichtenbree. Die maakte hem duidelijk dat een ritmeester gewoon een mens van vlees en bloed is. Rob Hiltmann werd eens gevraag welke rang hij had. ‘Kolonel’, was zijn antwoord. ‘Ik ben kolonel maar met dispensatie. Namelijk vrij van het dragen van een balk’. Dat brengt John Mantingh aan de praat. Hij is ooit van kapitein ritmeester geworden. ‘Dat was een sprong!’
Stef Laarman vertelt op mijn verzoek wat over actuele zaken. Stef is commandant van de 13e Staf en Stafcompagnie. De komende twee jaar gaat deze compagnie opleidingen verzorgen aan nieuwkomers. Er komt een opleidingspeloton bij die 150 infanteristen gaat opleiden. Voorts zegt hij dat er goed nieuws is. Voor het eerst is er weer door Nederlandse militairen met Nederlandse tanks geschoten. Een peloton tanks is bemand en is gereed. Het tweede en derde peloton zijn voorzien van manschappen en over enige tijd gereed. Er komt nog een vierde peloton, eind volgend jaar zijn alle pelotons paraat en gevecht gereed. Laurens Reinders wordt de commandant. Het toetje komt op tafel. Er zijn geen sprekers meer. John Mantingh neemt plaats achter de piano en verhoogt de stemming met aangename klanken. Rob deelt nog mee dat de volgende lunch op 19 dec. a.s. zal plaatsvinden.