De foto die ik had moeten laten nemen is niet gemaakt. Vergeten. Ik ben opgestaan en al een eindje op weg als ik er aan denk. Jammer. Ik ging op in het leuke gesprek met twee dames. Bijna aan het eind van de wandeling dacht ik: zou er ook een bankje zijn om even op te rusten. De hoek om en ik zie een bankje. Maar eerst wat ik eerder gezien heb.
Ik ben naar het eind van de Wennewickweg gereden, het oord heet Siberië. Het ligt bijna op de grens met Duitsland. De parkeerplaats ligt ook aan het eind van de Stratersdijk. Er zijn veel fietsers, dus is het zaak niet op de fietspaden te lopen. Ik neem het wandelpad over de Stratersdijk. Wat opvalt is de nieuwe natuur direct aan de rechterzijde. Het maaiveld is verlaagd en er is een nat gebied met plassen ontstaan. Direct in bezit genomen door veel grauwe ganzen en een enkele reiger. Ik zie ook een schaapskudde. Tussen de kudde en de ganzen is haaks op de Stratersdijk een dijkje. Ik loop naar de schaapskudde en de herder toe. De kudde wordt bij elkaar gehouden door twee honden die voortdurend in de weer zijn. Met de herder maak ik een praatje. De kudde bestaat uit driehonderd schapen van verschillende rassen. De kudde is van de ‘Stichting Schaapskudde Haaksbergen’. Ik praat met hem over de paden door het veen die begaanbaar zijn. Een dijk die evenwijdig aan de Stratersdijk door het veen loopt is niet begaanbaar. De Stratersdijk is onderbroken. Later zal ik zien waarom. De schaapherder wijst me op de vele berkenboompjes in het veen. Staatsbosbeheer heeft het er moeilijk mee om de opslag onder de knie te krijgen. Dat betekent, naar mijn mening, er blijft teveel staan. Ik loop terug naar de Stratersdijk. Een man en een vrouw overleggen. Ze volgen een route volgens Geocaching. Weer thuis heb ik opgezocht wat dat is. Dat is op een speelse manier het verkennen van een gebied met behulp van GPS op een mobieltje.
Ik loop een eindje de Stratersdijk op. De loopplanken zijn van de fundamenten van de vlonder over het veen gehaald. Wanneer wordt het gerepareerd? De routepaal geeft aan dat ik links af moet, de Stratersdijk af. Ik wil weten waarom ik niet verder kan en loop rechtdoor. Al gauw zie ik wat er aan de hand is. Het weggetje over de veendijk wordt niet vrij gehouden van begroeiing. Het is best te doen, maar dan moet de wandelaar niet bang zijn voor lang gras en af een toe een tak opzij schuiven. Ik ben gehoorzaam en volg de aangegeven route. Het valt me op hoe droog de paden zijn. Na de hevige regenval van de afgelopen weken had ik een natte boel verwacht. Veengaten worden overwoekerd door beplanting. Ik kom door een klein bosje en hoor geklop op hout, het geluid kon wel door iemand veroorzaakt worden die op een zware paal slaat. Maar het is een zwarte specht. Ik zie hem op een dennenstam. Het beest vliegt weg. Wat een grote vogel, denk ik bij mezelf als ik de spanwijdte van de vleugels zie. Hij strijkt niet ver van me neer tegen een boom. Een foto maken is niet voor me weggelegd. Zodra ik in beweging kom, is de specht verdwenen.
Ik heb een kaartje van het gebied van een website op Word gekopieerd en dat heb ik bij me. Ik wil naar de grens met Duitsland. Een pad met aan weerszijden hoog riet voert er naar toe. Ik zie ook veel Atalanta’s, vlinders. Dat zijn prachtige vlinders. Ze bezoeken de bloemen van het Koninginnekruid. Om te weten hoe die plant heet heb ik gebruik gemaakt van een app, ObsIdentify. Een foto maken en je weet hoe de plant heet. Die hoge planten staan hier volop. Ik kom bij de grens. Van rechts komt een echtpaar met twee kinderen. Ik vraag of hier de grens is. Ze wijzen achteruit, naar waar ze vandaan komen. Het zijn Duitsers en ze verstaan amper Nederlands. Via Topo GPS zie ik dat ik op de grens sta. De route voert me enkele honderden meters pal langs de grens. Nog steeds wordt het zicht op het veen de wandelaar ontnomen door riet en hoge opslag. Wel is het gesnater van ganzen te horen. Er moeten daar dus plassen zijn. Het pad slaat haaks linksaf. Hier is het echt een veenpad. De grond beweegt onder je voeten. Vandaag staat het droog. Als ik bijna aan het eind ben zou ik graag even op een bankje willen rusten. De bocht om en daar is een bankje.
Op het bankje zit reeds een dame, een andere is nog bezig met haar fiets. Ik vraag of ik er bij mag zitten. Ze maken ruimte voor mij, tussen hen in. We raken direct aan de praat en het gesprek gaat vanzelf voort. Ze komen uit Haaksbergen. Ik praat over de wandeltocht die ik in 2009 door het veen heb gemaakt. De Twentse wandelmarathon. De boer, even verderop, bij wie een rustplaats was, kennen ze bij naam. En ook Ab Schreurs kennen ze. Het gesprek kabbelt voort. Ook kennen ze Bert van der Lans. Hij is recordhouder, hij heeft de 4daagse van Nijmegen 71 keer gelopen. De ene dame heeft de 4daagse 16 keer gelopen en heeft diverse keren gelogeerd bij een buurvrouw van Bert van der Lans. Mooie verhalen vertelt ze. De dame aan mijn linkerzijde is 80 jaar, maar ze ziet er aanzienlijk jonger uit. Net als ik is ze weleens gedotterd. Zo kabbelt het gesprek met hen maar voort. We zitten heerlijk op een bankje met het gezicht naar de zon. Ik kijk op de klok, het is al half vijf. Tijd om Greet te bellen dat ik een uurtje later thuis kom. Ik neem afscheid en als ik goed en wel een eindje op pad ben realiseer ik me dat er geen foto is gemaakt van deze leuke ontmoeting. Mijn camera hing om mijn nek. Ik ben snel bij de auto. Het einde van een mooie wandeling. Kort, maar ik heb naar de natuur om me heen gekeken en zomaar een leuk gesprek gehad.
Toch leuke foto’s Tijme. En dito beschrijving. Wat loop ik achter bij je als ik lees welke digitale hulpmiddelen jij gebruikt.
Vr. groet,
Jan