De Troonrede

De Troonrede beslaat vijf A4’tjes. Ik heb de rede twee keer gelezen. Aan de hand van deze rede kun je als buitenstaander geen afgewogen mening geven over het beleid voor 2025 dat in de Rijksbegroting is opgenomen. Dat zijn duizenden pagina’s, ik zal me nu beperken tot een indruk over de Troonrede. Ik vraag me daarbij af wat elke partij van deze coalitie gekregen heeft.

De NSC. Die krijgt mooie woorden over ‘goed bestuur en rechtszekerheid’, maar geen enkel concreet punt. Bijvoorbeeld dat die en die wet er zal komen. Het voorstel van die partij om een Constitutioneel Hof op te richten is weggemoffeld in ‘een sterkere bescherming van grondrechten’. De NSC haalt niet veel binnen. Ook niet op het onderwerp bestaanszekerheid. Iedereen gaat er een beetje op vooruit maar minder dan voorzien in het hoofdlijnenakkoord. Eigenlijk wordt het bestaande beleid voortgezet.

De BBB is ook beklagenswaardig. Het plan is om 100.000 woningen te bouwen. Aan het begin van de troonrede wordt gesproken over ‘een complexiteit van teveel regels, procedures en controledrang’. Hoe worden die opgeruimd? Het kabinet spreekt over ‘met energie en bevlogenheid, maar ook pragmatisch en met realiteitszin’. Ik begrijp dat ze wel willen maar niet kunnen. Er ligt nog een vuiltje uit 2019: het stikstofprobleem. De uitstoot van stikstof moet aanzienlijk gereduceerd worden wil woningbouw, wegenaanleg en bouw van grote infrastructuur mogelijk zijn. Dit kabinet vindt de mestcrisis het meest urgente onderwerp. Gemeten uitstootcijfers worden leidend in het natuurbeleid. Het kabinet gaat doelsturing invoeren wat ‘betekent dat het aan de boeren zelf is hoe zij de gestelde doelen willen bereiken’. Dit gaat mijn voorstellingsvermogen te boven. Boeren die ervoor zorgen dat de natuurdoeleinden gehaald worden. Anders gezegd: De BBB probeert door te gaan op de weg van een bedrijfsontwikkeling in de landbouw, vooral veeteelt, die al lang doodlopend is.

De VVD. Die komt er goed uit. Defensie krijgt tanks en andere zware wapens. Onze externe veiligheid wordt verhoogd. Het financiële beleid zorgt ervoor dat het overheidstekort onder de drie procent van het BBP blijft. In de VVD is het rustig en de fractievoorzitter slalomt gemakkelijk langs de politieke klippen van elke dag.

De PVV. Die is de grote winnaar. Die krijgt de asielcrisiswet. Die is zwaar omstreden, ik kom er later op terug. Met die crisiswet kan de instroom van asielzoekers beperkt worden en dat is voor de PVV een grote buit. Er is niet alleen asielmigratie, er is ook arbeidsmigratie en studiemigratie. En ook op die laatste twee terreinen worden voornemens geuit. Arbeidsmigratie komt door krapte op de arbeidsmarkt. Die markt wordt bepaald door de industriële bedrijvigheid van ons land. Aspergestekers, chauffeurs, arbeiders in de kassen, slachters en anderen doen het aantal arbeidsmigranten jaarlijks stijgen en maken het overgrote deel uit van de jaarlijks totale migratie. De vraag is vaak gesteld of we zoveel slachterijen in Nederland willen, of zoveel transportbedrijven. Het is ook de vraag welke economie Nederland wil. Een land met sectoren die hoogopgeleiden werk bieden of sectoren die laagopgeleide arbeidskrachten vragen. In de Troonrede staat een zinnetje dat me aanspreekt: ‘Voor de toekomst moeten we fundamenteler nadenken over welke soorten werk we in Nederland wel en liever niet willen hebben’. De instroom van het aantal asielzoekers beperken en voorts het probleem van de arbeidsmigranten niet verdoezelen. En de studiemigranten? Ook daar haalt de PVV wat binnen. ‘Een van de keuzes is om het aantal buitenlandse studenten te verminderen’. Of dit laatste verstandig is laat ik even in het midden.

Over de asielcrisiswet nog het volgende. Gisteren was er grote politieke onrust  over een uitspraak van Nicoline van Vroonhoven van de NSC. Dat ging over een mogelijk advies van de Raad van State. De asielcrisiswet wordt voorafgegaan door een noodmaatregel. Op grond van art.111 van de Vreemdelingenwet kan bij Algemene Maatregel van Bestuur, ook wel Koninklijk Besluit (KB) genoemd, bij ‘buitengewone omstandigheden’ een groot deel van de artikelen van die wet buiten werking worden gesteld. De voorbereiding van een dergelijke maatregel vindt plaat op het departement, de ambtenaren schrijven een ontwerp. De minister bespreekt het in de vergadering van de Raad van Ministers. Gaat die akkoord dan moet advies gevraagd worden aan de Raad van State. Die toetst of er sprake is van ‘buitengewone omstandigheden’. Komt er een negatief advies dan kan de motivatie worden versterkt. Komt de Raad van State dan nog niet tot een positief advies dan kan, met nadruk op kan, de Raad van Ministers zeggen: We doen toch wat we willen. Dat is niet verstandig maar het kan. Gistermorgen was Kees van der Staaij te gast in het radioprogramma van Sven Kockelman. Er werd gesproken over adviezen van de Raad van State in het algemeen. Van der Staaij zei dat een noodmaatregel niet moest getuigen van bestuurlijke onmacht. Er moet tenminste sprake zijn van overmacht. Een goede verstaander wist genoeg. Het kabinet heeft voldoende middelen op grond van de Vreemdelingenwet om de asielinstroom te beperken. Nog steeds geldt de Spreidingswet en gemeenten zijn hard aan het werk om opvangplaatsen voor asielzoekers te regelen. De uitspraken van Staatsraad Van der Staaij werden voorgelegd aan onder meer Nicoline van Vroonhoven, fungerend fractievoorzitter van de NSC (Omtzigt is even elders). Zij reageerde tegen de achtergrond van wat haar partij hoog in het vaandel heeft: rechtsstatelijkheid. Bij een negatief advies van de Raad van State dus geen noodmaatregelen. De poppetjes waren meteen aan het dansen. Het toont aan hoe gevoelig woorden in deze coalitie zijn, hoe instabiel de samenwerking is, en hoe snel er een breuk kan zijn. Het is zaak van de oppositie om het NSC in de komende dagen te laten zeggen dat bij een negatief advies van de RvS de NSC niet met de noodmaatregel akkoord zal gaan. Daar komt nog bij dat bij de PVV sprake is van duidelijke onwil om de asielopvang goed te regelen.

Tenslotte nog dit. De politieke basis van dit kabinet is instabiel. De fractievoorzitter van het NSC kan zijn functie niet aan, die van de BBB wordt emotioneel als zij de plannen van haar minister van Landbouw hoort, de PVV-leider verandert zijn stijl nauwelijks en een VVD-fractievoorzitter die handig overal tussendoor manoeuvreert. Niet bepaald een gezelschap om de problemen van het land mee op te lossen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Actualiteiten, Politiek. Bookmark de permalink.

Eén reactie op De Troonrede

  1. Jan Schild schreef:

    Beste Tijme,
    Was weer meeting of minds. Maar ook heel leerzaam. Hoop op goed debat vandaag en morgen. Wilde schrijven: Niet emotioneel. Maar dat is niet het goede woord. Want emoties en principes zijn juist wel belangrijk. Gaat over mensen en mensenrechten. Maar graag wel zakelijk en op niveau.

    Veel dank voor je commentaar en vr. groet,
    Jan

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *