In Trouw van vorige week woensdag vroeg Wilma Kieskamp zich in haar column af of ‘het CDA een gedoogrol ingezogen’ wordt? Het CDA speelt volgens haar opeens een verrassende sleutelrol in de krachtmeting tussen oppositie en coalitie. Bontenbal zit als onderhandelaar soms in zijn eentje tegenover Wilders en is dat te rijmen na zijn kritiek op gebrek aan ‘democratisch ethos’? Zo gaat ze verder. Het kabinet wil Bontenbal in een innige omhelzing plat knuffelen. Maar hoe vaker hij onderhandelt, hoe meer hij aan het kabinet verbonden raakt. En dan komt de vraag: ‘Hoe voorkomt Bontenbal dat hij in een gedoogrol wordt gezogen?’
Toen ik haar stukje gelezen had was mijn eerste gedachte: Bontenbal gaat de verkeerde kant op. Maar ik wilde er nog wel even een nachtje over slapen. En ook graag weten waar het nu eigenlijk over gaat. In cijfers en maatregelen te verstaan. In de krant van zaterdag jl. schrijft Kieskamp weer over de begroting van Onderwijs. Het woord gedoogsteun valt. Daar heeft de SGP ervaring mee. En tot slot schrijft ze dat ‘een deal sluiten betekent medeverantwoordelijk worden. Het komt dicht bij een gedoogrol, dat is de gevoeligheid’. Het klinkt wat zwakker dan in haar eerdere column. Maar zijn de woorden gedoogsteun en gedogen in dit verband wel op zijn plaats, zo vraag ik me af. Ik maak eerst een vergelijking met 2010, het kabinet Rutte I met gedoogsteun van de PVV. Dan schrijf ik over de taak van een fractie die geen band heeft met het kabinet. Ik heb ook nog naar de cijfers gekeken, waar gaat het feitelijk om. En tenslotte de politieke aspecten.
In 2010 verloor het CDA flink bij de verkiezingen. CDA en VVD hadden geen meerderheid. Ze zochten steun bij de PVV. Even ter herinnering: op de dag na de verkiezingsuitslag schreef ik dat na het enorme verlies van het CDA die partij niets in een nieuw kabinet te zoeken had. CDA en VVD onderhandelden met elkaar en met de PVV. Er kwam een regeerakkoord tussen CDA en VVD en een gedoogakkoord tussen VVD en CDA enerzijds en de PVV anderzijds. Er was een groot congres van het CDA in Zwolle. Als ik aanwezig zou zijn geweest zou ik a tort et a travers tegen zijn geweest. Maar ik zat in Spanje, met een groep CDA-vrienden, op weg naar Santiago de Compostella. Het kabinet Rutte I kwam er bemenst met bewindslieden van VVD en CDA. De PVV zorgde ervoor dat het kabinet kon optreden en dat het een meerderheid had op beleid waar het in het gedoogakkoord mee in had gestemd. Gedogen door het PVV berustte op een speciaal akkoord. Toen er na twee jaar nieuw beleid moest worden gemaakt op onderwerpen waarover niets was afgesproken haakte de PVV af en viel het kabinet. Het huidige kabinet is een coalitie tussen vier partijen die berust op een hoofdlijnenakkoord en een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat. Aan de onderhandelingen tijdens de informatie en de formatie heeft geen enkele andere partij deelgenomen. Ook dus het CDA niet. Het CDA heeft dus geen akkoord gesloten met de vier coalitiepartijen. Het heeft geen enkele binding met dit kabinet. Dat krijgt het ook niet als het in overleg met het kabinet wijzigingen in de begroting weet te bereiken. Voor het woord gedogen zie ik geen enkele aanleiding. Dat woordgebruik lijkt op plagen.
Het CDA heeft bij het eerste optreden van dit kabinet in de Kamer een positie gekozen dat bij een partij die geen deel uitmaakt van de coalitie hoort. Beleid waar het mee eens is zal het steunen. Beleid in strijd met eigen program niet. Een partij die niet deelneemt aan het kabinet zal altijd proberen beleid waar het niet mee eens is om te buigen. Dat is gebeurd bij de voorgenomen Btw-verhoging op kranten en boeken. Met succes. Is dat gedogen? Pogen het beleid van een coalitie bij te stellen naar eigen opvattingen is een taak van een partij die niet in het kabinet, college van GS of het college van B&W zit. Het gebeurt in alle gemeenteraden, in alle provinciale staten en in de Tweede Kamer. Het heeft niets met gedogen te maken. Het heeft alles te maken met de taak van een partij om eigen programpunten tot beleid te maken. Tegen zijn is gemakkelijk. Met voorstellen komen om beleid bij te stellen of veranderen kost tijd, vergt inspanning, veel overleg, maar behoort tot het politieke handwerk van een partij. Of sterker: tot de plicht van een partij. Die doet dat niet uit voldoening om een eigen punt gerealiseerd te krijgen. Het gebeurt in de overtuiging dat het in het belang van het volk is. En dat het volk betrokken is naar aanleiding van de voorgenomen onderwijsbezuinigingen is duidelijk. Het gaat om twee miljard aan bezuinigingen. Hoe zitten de cijfers in elkaar?
In de dagbladen kon ik de exacte cijfers niet vinden. Dus daarom heb ik gezocht op de Rijksbegroting. Dat kostte enige tijd. Het gaat om een bezuiniging in 2025 van 500 miljoen op een begroting van 58 miljard. In 2026 wordt er 1 miljard bezuinigd, in 2027 1,7 miljard, dan 1,8 miljard en in 2029 wordt 2 miljard aan bezuinigingen bereikt. In de bijlagen bij de miljoenennota staat een opsomming van de maatregelen. Zoals afschaffen maatschappelijke diensttijd – 200 miljoen, afschaffen brede brugklas – 210 miljoen, alternatieve invulling opgave bijstelling sectorplannen hoger onderwijs – 175 miljoen, vermindering internationale studenten – 272 miljoen, verhoging collegegeld langstudeerders – 282 miljoen. En diverse andere bezuinigingen. Er zijn ook enkele ‘intensiveringen’ ofwel uitgavenverhogingen. Globaal gaat het om een bezuiniging van een miljard op het hoger onderwijs en een miljard op het overig onderwijs. Ik loop de maatregelen niet bij langs, ik ben geen onderwijsdeskundige. Bij de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer werd vanuit de oppositie geprobeerd bezuinigingen van tafel te krijgen. Het zogenaamde monsterverbond stelde voor om de bezuinigingen met 1,3 miljard te verminderen. Onderhandelingen hebben ertoe geleid dat de coalitie akkoord is met 800 miljoen minder bezuinigingen. De plannen voor maatschappelijke diensttijd en de langstudeerboete zijn van de baan. De onderhandelingen zijn nog gaande, morgen wordt over de begroting gestemd.
Er zitten een paar aspecten aan de cijfers. Er wordt 2 miljard bezuinigd. De oppositie vraagt 1,3 miljard te schrappen. Het bod van de coalitie is 800 miljoen. Is dat een aanvaardbaar resultaat? De helft van 2 miljard zou beter zijn geweest en komt dichter in de buurt van 1,3 miljard. Het tegenbod van 800 miljoen is meer dan de helft van 1,3 miljard. Het is maar hoe gekeken wordt. Bij onderhandelingen moet het maximale eruit gehaald worden en misschien is dit het maximale. Er is echter nog wat. Als bezuinigingen worden geschrapt valt er een gat in de begroting. Afspraak is dat daar direct dekking voor gevonden wordt. Daar moet dan de oppositie ook weer mee akkoord gaan. Het moet dan niet gaan om andere bezuinigingen op de onderwijsbegroting. Op het moment dat ik dit schrijf wordt daar achter de schermen over gesproken.
Als er een akkoord wordt gesloten over 800 miljoen minder bezuinigingen en over de dekking wordt men het ook eens, dan zie ik dat niet als gedogen, gedoogsteun, of een gedoogrol ingezogen. Het is het resultaat van politiek handwerk. Er zit wel een merkwaardig aspect aan. Het lijkt erop dat de minister niet mee onderhandelt. Alleen leden van fracties zouden onderhandelen op de kamer van de leider van de grootste fractie. Dat is wat anders dan in ‘gemeen overleg’. Dan verdedigt de minister het beleid en de begroting. Vanuit de Kamer komen zo nodig voorstellen tot wijziging. De minister denkt erover na en gaat wel of niet akkoord. Dat is nu anders. Maar wellicht is dat niet anders te duiden dan dat het beleid bepaald wordt door de man die geen eerste minister mocht worden. Men kan er een stempel op drukken. Dat staat een columnist vrij. Om van gedogen te spreken betitel ik als plagen of een beetje stoken.
Zou je graag willen corrigeren. Maar anderen kunnen dat beter dan ik het kan. Zie dagblad Trouw pagina 21.
Een kort gedeelte daaruit:
Met zo’n werkwijze heb je immers straks geen kabinet meer nodig. Dan is de Kamer zowel aan het regeren, als zichzelf aan het controleren. Daarmee wordt de democratie geen dienst bewezen.
De ‘constructieve’ partijen CDA en CU zullen nu de balans moeten opmaken. Ze hadden óók met de andere oppositiepartijen nog een veel steviger vuist kunnen maken. Politiek maakt dit akkoord de partijen bovendien kwetsbaar, omdat ze al snel tot gedoogpartner van dit rechts-radicale kabinet worden bestempeld.
Tot nu toe zeiden deze partijen alleen goede voorstellen van kabinet-Schoof te zullen steunen, en slechte plannen niet. Nu met dit onderwijsakkoord een ‘slecht’ plan hooguit iets ‘minder slecht’ is gemaakt, is het de vraag of het resultaat hun steun waard is geweest.
Ik ben het met Wilma Kieskamp van Trouw niet eens. A Ze zit te stoken door het woord gedogen te gebruiken. B Ook al zou de de 2e Kamer de Rijksbegroting niet goedkeuren, dan nog moet het kabinet met een ander voorstel komen dat de meerderheid in de 1e Kamer wel haalt. Daar is het CDA met 6 zetels in die Kamer bij nodig. C Sinds 1919 is een Rijksbegroting niet verworpen in de 2e Kamer. Het CDA is niet de partij die het regeren onmogelijk wil maken. D. Als je het maken van een alternatief overlaat aan het huidige kabinet moet je maar afwachten of de bezuinigingen die nu geschrapt zijn dan ook door het kabinet geschrapt worden. Daarom is het altijd beter om te praten. E. Dat Wilders onderhandelt en dat Bruins en Agema het resultaat meegedeeld krijgen wil zeggen dat Wilders het beleid bepaalt en de eigenlijke baas van het kabinet is.
Beste Tijme,
1. Bewonder je spirit en inzicht.
2. Vind gedrag CDA correct.
3. Onderhandelingen maakten geen flitsende indruk (duurde lang, beperkte correcties, Agema en Bruins niet erg betrokken en bij de Zorg komt het weer ten laste van opleiden).
4. Beetje een hopeloze regering maar er moet geregeerd worden.
En het was weer heel leerzaam om het te lezen.
Dank en groet,
Jan