Algemene Politieke Beschouwingen en ‘asielcrisis’

Hoe gaat het nu verder met het terugdringen van het aantal vluchtelingen dat asiel vraagt in Nederland? Het debat in de Tweede Kamer eindigde in een patstelling tussen de PVV en het NSC. De NSC kon eigenlijk niet anders dan een eind maken aan de door minister Faber ingeslagen weg. Zij wil een asielcrisis uitroepen en overgaan tot noodmaatregelen. Het NSC dat staat voor rechtsstatelijkheid kan daar op grond van de ambtelijke stukken die openbaar gemaakt werden niet mee akkoord gaan. Toch mag minister Faber verdergaan met het vinden van een motivering die het uitroepen van ‘buitengewone omstandigheden’ schragen. Er zitten verschillende aspecten aan de uitkomst van het debat in de Tweede Kamer.

De PVV houdt vast aan deze procedure en het NSC blijft in de problemen. Als het NSC akkoord was gegaan met een motie die zei dat er voor buitengewone omstandigheden geen argument is, dan was er een crisis ontstaan. Geen asielcrisis maar een kabinetscrisis. Het NSC koos ervoor om in het kabinet te blijven. Het dilemma voor deze partij blijft. Een kabinetscrisis veroorzaken betekent zwaar verlies voor die partij. Akkoord gaan met het voortzetten van de procedure van noodwetgeving is in strijd met een van de waarden waar de partij voor staat: Rechtsstatelijkheid. Politiek is ook risico’s nemen. Het NSC kan ook denken dat de PVV deze weg niet voor elkaar krijgt en dan ervan uitgaan dat daarna de PVV, bij eventuele vervroegde verkiezingen, zwaar verlies zal lijden. Dat valt nog te bezien. De PVV kan zich beroepen op het feit dat ze met maatregelen kwam maar dat die door de Raad van State of door de rechter onmogelijk zijn gemaakt. Dit wordt koffiedikkijken, laten we wachten waar het kabinet mee komt.

Dan is er nog de ‘Spoedwet’. De procedure is als die van een gewone wet. Eerst naar de Tweede Kamer dan naar de Eerste Kamer. Dat zal enige tijd vergen. In een dergelijke spoedwet zullen enkele regels van de bestaande Vreemdelingenwet gewijzigd worden. Procedures worden korter, gezinshereniging moeilijker, etc. Het doel is om nieuwe asielaanvragen te ontmoedigen, bestaande aanvragen sneller te kunnen afwijzen en afgewezen asielzoekers vlug en efficiënt het land uit te kunnen zetten. Er zijn maatregelen denkbaar die op wat bredere steun kunnen rekenen dan die van de vier coalitiepartijen. De 11jarige Mikael moest onlangs terug naar Armenië. Zijn moeder kwam in 2010 in Nederland, hij werd in 2012 geboren en is nog nooit in Armenië geweest. Onlangs deed de Raad van State uitspraak en nu is de procedure ten einde. Mikael moet naar Armenië. Ik ben het daar niet mee eens maar ik ben er wel voor dat er maatregelen genomen worden waardoor een procedure niet zo lang kan duren. Als dat bij een spoedwet kan dan ben ik daar niet op voorhand tegen.

Een ander aspect is de vraag of er wel of geen asielcrisis is, en of dat een noodmaatregel rechtvaardigt. Bij de beantwoording van deze vraag is ook de democratie of ook de democratische gezindheid aan de orde. Er is een grote onderstroom in onze samenleving die het niet bezwaarlijk vindt dat bij de oplossing van een probleem regels en wetten opzij worden gezet. Mensen die van mening zijn dat er een asielcrisis is vinden het geen bezwaar om bestaande regels op te schorten. Zij die in de verste verte geen asielcrisis zien vinden dit in strijd met de wet. Wat is dan democratische gezindheid? Sommige mensen zijn van mening dat er een asielcrisis is omdat ze die ‘ervaren’. Dat is voldoende reden om te spreken van ‘buitengewone omstandigheden’. Anderen zien op grond van getallen en van het aantal asielzoekerscentra die crisis niet en spreken van opvangcrisis. Enige grond voor buitengewone omstandigheden is er volgens hen niet. Het zou goed zijn voor de democratie als vertegenwoordigers van beide opvattingen om de tafel gaan zitten, bereid zijn naar elkaar te luisteren en te komen tot een mening die verenigt. Een standpunt dat daarna gedragen en uitgedragen kan worden. Dat is beter dan wat nu dreigt. Dat de Raad van State of de rechter de zwarte piet krijgt.

Op gevoelens, op wat mensen ervaren, is geen beleid te bouwen laat staan een concrete maatregel of wet te baseren. Dat is mijn mening die gelukkig nog door zeel velen wordt gedeeld. Maar het getal van hen die daar anders over denkt neemt gestaag toe. Dat getuigt niet direct van democratische gezindheid, zou je kunnen zeggen, maar vooral van wat anders. Ik citeer de emeritus-predikant en oud president van de Bondsrepubliek Duitsland Joachim Gauck. Gisteravond werd hij op de ARD, een Duitse televisiezender, geïnterviewd. Hij citeerde mensen die zeggen: ‘Ich füll mir nicht mehr Wohl dort wo ich zu Hause bin”. Met mijn eigen woorden: “Ik voel me niet meer op mijn gemak in mijn eigen omgeving (op mijn eigen plek)”. Hij lichtte dat uitvoerig toe . Uit onderzoek blijkt dat een derde van de mensen niet mee kan komen met de veranderingen in de samenleving en zich daartegen keert. Ressentiment krijgt dan de overheid. Men verkiest zekerheid boven vrijheid. Gauck, ooit gemeentepredikant in Rostock in de voormalige DDR, had een mooi voorbeeld. Hij sprak van 5 dragende krachten, instituties, van de vroegere DDR. De partij, de Stasi, het leger, de ambtenaren en de politie. De mensen ontleenden daaraan de grond van hun bestaan, het gaf betekenis aan hun leven. Dat is met de val van de muur weggevallen. De helft van die mensen is goed terechtgekomen. De andere helft heeft moeite betekenis aan hun leven te geven. Ze voelen zich niet geaccepteerd en daar spelen populisten op in. Gauck kreeg een vraag over migranten en wat hij als predikant in een preek daarover zou zeggen. In zijn antwoord sprak hij vooral over bemoediging van mensen en hen de vraag stellen wat ze zelf met hun land willen. Maar vooral laten zien dat we met de zorgen van de mensen bezig zijn. Hij stelde zichzelf de vraag: Hoe is christelijke of humanitaire solidariteit om te zetten in politieke acceptatie? Het is een thematiek die ons verdeelt, aldus Gauck. Een thematiek die we met elkaar moeten bespreken. Hij doelde over het spreken van mensen onderling. Niet roepen tegen elkaar, of nog erger direct schelden op iemand met een andere mening. Maar vragen stellen aan elkaar. Dat is verbinding zoeken. Toen ik dat hoorde dacht ik aan een artikel in de bijlage ‘Tijdgeest’ van Trouw. Over de cabaretier Jan Beuving die in Zeist lid is van een amateurvoetbalclub. Een club met leden uit alle lagen van de bevolking. ‘Zonder deze club zou ik grote groepen in de samenleving niet hebben leren kennen’. De club drijft op vrijwilligers en zorgt voor verbinding. Dat soort clubs zijn waardevol om tegenstellingen te overwinnen. Met elkaar wat doen en met elkaar over maatschappelijke onderwerpen kunnen praten. Waar kan dat nog?

Nog een laatste opmerking. In het afgelopen weekend las ik twee keer de verklaring van ‘Micha Nederland’ inzake “Evangelie en extreem-rechts gaan niet samen”. In deze verklaring, onderschreven door tegen de duizend geestelijk leiders – vooral predikanten en pastores, wordt deze stelling uitvoerig toegelicht. ‘In deze verklaring klinkt voluit het geloof door dat alle mensen gelijkwaardig zijn, zowel voor Gods aangezicht als in de samenleving’. Twee partijen worden genoemd: PVV en FvD. “Sommige politieke partijen creëren de laatste jaren opzettelijk onrust door onwaarheden te vertellen. Hierdoor is er in onze samenleving een voedingsbodem ontstaan voor haat en uitsluiting, vanuit een gevoel van angst en onvrede. Maar zo willen we niet naar elkaar en naar de wereld kijken”. Ik kan de verklaring zonder meer onderschrijven. En ook de slotzin: “Daarom kiezen we ervoor om de profetische stem niet te laten verstommen, maar om onze geloofsgemeenschappen te laten fungeren als oefenplaatsen voor de noodzakelijke gesprekken over racisme en discriminatie”. Ik hoop dat het plaatselijke geloofsgemeenschappen lukt om dat te organiseren. Maar voeg er een onderwerp aan toe en dat is praten over de veranderingen die in de samenleving plaatsvinden. Probeer ook contacten te leggen met grote plaatselijke vrijwilligersorganisaties die vaak heel wat meer kunnen organiseren dan waartoe plaatselijke kerken nog in staat zijn.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Actualiteiten, Politiek. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *