Vanmiddag heb ik de wandelschoenen weer aangetrokken en de rugzak gevuld. Ik wil terug naar waar het vorig jaar gebeurde. Twee keer gaf mijn ICD een shock af. Het was tijdens een wandelexercitie. In de stromende regen. Aan de andere kant van de Rijn zag ik die zware bui niet aankomen. Het was op 26 april 2015, ik heb er nog niet over verteld. Ik vertrok van Wesel en liep naar het pontje over de Rijn bij Bislich. Ik loop lekker en bij het Fährhaus krijg een plan. De Rijn over en via de nieuwe Rijnbrug terug. Dat is nog minstens tweeënhalf uur lopen. Zou dat niet te laat te worden? Het loopt al tegen half vijf. Op het pontje begint het te regenen. Dan maar snel naar het Auencafé in Bislicher Insel. Ik haast me. Het regent steeds harder. Ik loop in een verlaten gebied. Op een smal weggetje vlak langs de Rijn. Niemand is op pad. De pas versnellen is mijn antwoord. Haal ik het Auencafé wel zonder kletsnat te worden? Dan … Is dat een NSVT? (Dat is kamerfibrilleren die niet doorzet). Meteen krijg ik een shock van mijn ICD. Ik val niet, blijf op de been en loop door. Dan geeft de ICD weer en shock af. Ik weet genoeg. Er komt een auto mij tegemoet. Ik steek mijn hand omhoog. De wagen stopt en ik vertel aan de man en de vrouw in de auto wat er aan de hand is. Ze brengen met terug naar de jachthaven van Wesel waar mijn auto staat. Oh wat ben ik onzeker, mijn vertrouwen in mijn lichaam is weg. Volgens de instructie bel ik direct met de afdeling cardiologie van het MST in Enschede, er is geen reden om mij op te roepen. Een dag later is het koningsdag, de dag daarop bel ik met de ICD technicus. Volgens hem waren het twee onterechte shocks. Maar ze maken mij zeer onzeker over mijn lichaam. Een paar dagen later wil ik graag aanwezig zijn op een bijeenkomst van oud-burgemeesters in Friesland. Die komen bijeen in mijn vroegere gemeente. Wanneer ik op woensdag de 29e april in Hogebeintum uit de auto stap, dank ik de lieve Heer op mijn knieën dat ik levend ben aangekomen.
Sinds 28 juni vorig jaar is dit de eerste keer dat ik weer met rugzak op een eindje ga wandelen. Ik heb eerst de omgeving van de promenade van Wesel verkend. Al meer dan 20 jaar loop ik langs de promenade, vandaag loop ik een eindje langs het talud van de vroegere spoorlijn over de Rijn (Spoorlijn Vlissingen – Sint Petersburg). In het talud zijn grote ruimtes gemaakt die nu dienen voor stalling van sportvliegtuigjes en zweefvliegtuigen van de Luftsportfreunde Wesel-Rheinhausen e.V. Er is een café, op het terras zitten enkele luchtacrobaten. Zweefvliegtuigen worden met een lier de lucht in geslingerd. Op een pijler van de brug is een uitzichtplatform gemaakt. Het is druk op de Rijn. Het Duitse motortje draait kennelijk weer goed. Ook het treintje met historische coupés maakt van daag een ritje door de stad. Dan rij ik de nieuwe Rijnbrug over en via Perrich en Werrich, een route vlak langs de Rijn, rij ik richting Xantener Rheinfähre. De forsythia staat volop in bloei, een prachtige diepgele kleur. Na Werrich volgt een prachtig stuk glooiend weide gebied met nieuwe natuur in de vorm van twee grote poelen. Vogelaars bekijken vogels op het water. Voorbij Bislicher Insel stop ik. Waar liep ik toen ik de shocks vorig jaar op 26 april kreeg? Ik kwam uit tegengestelde richting, van de Xantener Rheinfähre. Was het hier? Dat is bij een nu nog kale akker. Ik had gehoopt dat het vandaag geel zou zien van de koolzaad. Of is het een eindje verder? De auto zet ik op de parkeerplaats bij de Xantener Rheinfähre. Het terras aan het water is goed bezet. Motorrijders in hun zwartleren pakken lopen rond. In het café wordt gedronken en gegeten. Het uitzicht over de Rijn is hier fenomenaal, de rivier maakt hier een U-bocht en in het café lijkt het alsof je aan het raam bij een meer zit. Ik loop terug naar de plek waar het gebeurde. Het zou ook nog wel eens bij het weiland vlak voor de grote akker gebeurd kunnen zijn. Dan rijdt een Mercedes voorbij. ‘Dat is hem’, denk ik. Met dezelfde man erin die me vorig jaar terugbracht. Ach wat had ik hem graag even willen spreken en vertellen hoe het verder met me gegaan is. Ik laat nog een foto van me maken door een man die langs de oever van de Rijn terugloopt naar zijn auto. Ik heb het gevoel dat ik er weer ben. Terug in wandelland.
Wat een indrukwekkend verhaal: hoe een leven afhankelijk kan zijn van de electrotechniek én van onze lieve Heer. Maar: was wel verantwoord zelf terug te rijden van Wesel naar Aalten??
Ja, Henk, ik heb het er maar op gewaagd. Of het verantwoord was, daar kon ik tijdens het ritje terug naar Wesel over nadenken. En ben ik in de auto gestapt en reed ik zelf terug naar Aalten. Toen vertelde ik thuis wat me was overkomen.
Beste Tijme,
Wat een heerlijke dag.
’s Morgens zing je
Wij vieren ’t feest van Pasen weer,
en brengen alle lof en eer
aan onze opgestane Heer,
Halleluja
en ’s middags zie je de Forsythia feestelijk bloeien op de plaats waar je vorig jaar zo’n hachelijke ervaring had. Onze God is goed. Elke jaar, elke dag is een geschenk.
Vr. groet,
Jan