Volgende week lopen er Zwarte Pieten bij mij in de straat. Zij gaan met Sint naar een peuterspeelzaal. Misschien zijn ze volgend jaar weer te zien, maar hoe lang nog? Ik schrijf over een paar zaken die me zijn opgevallen. Eerst over het blokkeren van autobussen op een snelweg, dan over het demonstratieverbod bij de intocht van de Goedheiligman in Dokkum en ten slotte over het maatschappelijk debat.
De actie op 18 nov. jl. op de snelweg bij Oudehaske was een verstoring van de openbare orde en bracht de veiligheid en vrijheid van verkeersdeelnemers in gevaar. Gezagsdragers dienen hiervoor in het openbaar geen begrip te tonen. Burgemeesters zijn verantwoordelijk voor de openbare orde en dienen tegen een verstoring daarvan op te treden, het openbaar ministerie – officieren van Justitie – dient op te treden tegen wetsovertreding. Ook een minister dient een dergelijke actie te veroordelen. Hoe gezagsdragers achter de voordeur van hun huis reageren staat hen vrij, in het openbaar rest hen niets anders dan hun verantwoordelijkheid te nemen.
Toen de bussen met demonstranten tegen Zwarte Piet niet verder konden en stilstonden op de autosnelweg, verbood de burgemeester van Dokkum alsnog de demonstratie van de inzittenden van de bussen bij de intocht van Sint in Dokkum. Door hun onvrijwillig oponthoud waren de demonstranten onrustig geworden. In deze gemoedstoestand hen toch alsnog naar Dokkum laten gaan, waar ze ook nog te laat zouden arriveren in het voor hen gereserveerde vak, zou niet verstandig zijn geweest. Voor ongeregeldheden bij het feest in Dokkum was het vuur al opgestookt. Dat de burgemeester koos voor een rustig verloop van het volksfeest bij de intocht van de Sint en de demonstratie alsnog verbood kan ik billijken.
Het maatschappelijk debat zie ik slechts een richting uitgaan en dat is voor Zwarte Piet geen blij vooruitzicht. Op het optreden en de felheid van de tegenstanders van Zwarte Piet is veel aan te merken. Zich er aan ergeren en dan geweld gebruiken, zoals met personenauto’s bussen tot stilstand brengen, is geen bijdrage aan de discussie. We zullen naar elkaar moeten luisteren en op basis van argumenten met elkaar moeten praten. Als de tegenstanders van Zwarte Piet opgewonden raken, zal hij of zij die Zwarte Piet verdedigt rustig moeten blijven en over voldoende argumenten moeten beschikken om de ander aan het denken te brengen. In het publieke debat mis ik dit. Er komt nog wat bij. Als politici jarenlang kankeren op een bepaalde groep in onze samenleving is het niet verwonderlijk dat zij op wie wordt gescholden een keer wat terug zeggen. Of terugdoen. Het is de taak van politici om het volk te verenigen, niet om te verdelen. Met tegenstellingen tussen elites en het gewone volk heeft het niets te maken. Net als tussen hoog- en laagopgeleiden. Die tegenstellingen bestaan al eeuwen. Reageren vanuit de onderbuik en zonder kennis van zaken wat roepen en daarmee de zaak afdoen overtuigt de tegenstanders niet.
Zoals het debat zich nu ontwikkelt loopt de discussie over wel of geen Zwarte Piet uit de hand. Dat is niet bevorderlijk voor het behoud van Zwarte Piet. De voorstanders van Zwarte Piet verliezen hun zaak door gebrek aan argumenten. Komt er over tien jaar nog een Zwarte Piet in de peuterspeelzaal in mijn straat? Ik denk van niet. Ik vind dat jammer, het is een afgedwongen verandering van een traditie waar ik nooit moeite mee heb gehad.