Wanneer ik aan kom lopen staan er redelijk veel fietsen tussen gebouw Elim en de Oude Helenakerk. Dat is een teken dat de kerk redelijk goed bezet is. Hans te Winkel bespeelt vanmorgen het orgel. Ik ben niet de laatste, er komen nog enkele kerkgangers binnen lopen. Wim Westerveld leest de mededelingen, de voorganger is ds. Riemer Faber. Van Psalm 66 wordt vers 1 gezongen, bemoediging en groet volgen waarna de dominee zegt dat de derde zondag na Pasen ook zondag jubilate – jubelt, juicht – wordt genoemd. Psalm 66 begint daarmee. Ook mooi is lied 650 waarin gesproken wordt over leed. Bij dat woord gaan onze gedachten uit naar het vreselijk ongeluk op woensdagavond waarbij de 19jarige Jeroen de Bruyn om het leven kwam. De verzen 1,2,3,4 en 7 van lied 650 worden gezongen waarna het gebed om ontferming wordt uitgesproken. Na het zingen van lied 652 volgt het gebed bij de opening van het Woord. De kinderen mogen naar voren komen, de dominee is benieuwd hoeveel tientallen er met zo’n volle kerk zullen komen. Hetgeen enige hilariteit veroorzaakt, er komt geen kind. De leidster kan in de kerk blijven.
De dominee leest Psalm 23 waarna van lied 23c de verzen 1,2,3 en 5 worden gezongen. (‘Wat een mooi lied en door de gemeente vol overtuiging gezongen’, noteer ik.) De tweede lezing is uit Johannes 10:1-16, ‘Ik ben de goede Herder’. Na het zingen van de verzen 1,6 en 7 van lied 653 begint de dominee aan zijn verkondiging. Er zijn weinig gedeelten in de Bijbel die zo geliefd zijn als Psalm 23. Het heeft te maken met het beeld van God die als een Herder ons brengt naar groene weiden waar we mogen rusten onder Gods bescherming. We moeten dat niet idealiseren en romantiseren. In de tijd van Israël waren er allerlei gevaren zoals van een bergpad vallen of meegesleurd worden door een woeste stroom. De herder zorgde dat de kudde ontkwam aan deze gevaren en was gerustgesteld als aan het eind van de dag de kudde weer veilig de grazige weiden bereikt had. David wist van de gevaren van het leven. Hij wist zich geborgen bij God. Wat David in zijn leven had meegemaakt hem niet klein gekregen. Hij vertrouwde zich toe aan zijn Heer die als een herder over hem waakte.
Velen zijn dit beeld kwijt geraakt. In hun leven zijn er teveel dingen gebeurd waardoor ze de Heer niet meer als hun Herder zien. Wat belijden we als we zeggen dat de Heer onze Herder is en wat bedoelt Jezus als Hij zegt dat Hij de goede Herder is? We moeten het beeld van de Herder niet te romantisch voorstellen. Daar schuilt een gevaar in. Dat God als een Opperwezen wordt gezien waardoor alles op zijn pootjes terecht komt. Er zijn mensen die geloven dat er iets is en als er wat is in hun leven dat het dan wel goed zal komen. Daarmee zijn we ver van de betekenis van de goede Herder af. Zo’n beeld houd je vol zolang het goed gaat. Maar als iets naars je overkomt dan spat het beeld uiteen.
Wat is de kern van het beeld van de goede Herder? Misschien helpt het om goede Herder te vertalen als trouwe Herder. Een Herder die trouw is en doet wat van hem verwacht wordt. Hij is als Herder met Zijn schapen op weg naar een doel. Dat is ook de betekenis van de woorden van Jezus. Er zijn ook huurlingen, zegt Jezus. Die vluchten als er gevaar is. Jezus zet Zijn leven op het spel bij gevaar. Dat komt tot uitdrukking in Zijn lijden, als een lam wordt hij ter slachting geleid. In het leven kunnen mensen zomaar terecht komen in duisternis. Het leven lijkt zinloos geworden. Je voelt je verlaten door God en de mensen. Het is dan een grote troost om te weten dat er Eén is die trouw is. Hij is met ons onderweg naar grazige weiden. Door Hem zijn we gekend ,ieder met zijn eigenheden en eigenaardigheden. Het betekent niet dat we nooit in ons leven door de wolven zullen worden aangevallen. We mogen er dan op vertrouwen dat Hij bij ons is en met ons meegaat. Moge dat geloof ons kracht geven in alle dingen van ons leven.
Na het amen van de preek worden de verzen 1,2 en 7 van lied 908 gezongen. Er volgt een afkondiging van de kerkelijke bevestiging van een voorgenomenhuwelijk en er is een mededeling van overlijden van twee leden van de gemeente, de een 84 jaar en de ander 19 jaar. In de voorbeden spreekt de dominee voor de een over kinderen en kleinkinderen en voor de ander over ouders en grootouders. De dank- en voorbeden worden afgesloten met stil gebed en het gezamenlijk bidden van het Onze vader. De collecte wordt gehouden en tot slot wordt lied 655 gezongen waarna de zegen wordt uitgesproken.